ECLI:NL:CRVB:2024:2063

Centrale Raad van Beroep

Datum uitspraak
30 oktober 2024
Publicatiedatum
4 november 2024
Zaaknummer
24/31 WIA-V
Instantie
Centrale Raad van Beroep
Type
Uitspraak
Rechtsgebied
Bestuursrecht; Socialezekerheidsrecht
Procedures
  • Verzet
Rechters
Vindplaatsen
  • Rechtspraak.nl
AI samenvatting door LexboostAutomatisch gegenereerd

Verzet tegen niet-ontvankelijk verklaring van hoger beroep inzake WIA-V

In deze zaak heeft de Centrale Raad van Beroep op 30 oktober 2024 uitspraak gedaan in het verzet van appellant tegen de niet-ontvankelijk verklaring van zijn hoger beroep. Het hoger beroep was eerder, op 26 september 2024, niet-ontvankelijk verklaard omdat de gronden niet tijdig waren ingediend. Appellant, vertegenwoordigd door mr. R.A.N.H. Theeuwen-Verkoeijen, heeft in verzet aangegeven dat de gronden wel degelijk tijdig waren ingediend en heeft een bewijs van verzending meegestuurd waaruit blijkt dat de gronden op 2 april 2024 bij de Raad zijn ontvangen. De gemachtigde heeft ook de gronden opnieuw ingediend.

De Raad heeft het verzet gegrond verklaard, wat betekent dat de eerdere uitspraak van 26 september 2024 vervalt en het onderzoek in de oorspronkelijke stand wordt voortgezet. De Raad heeft geen aanleiding gezien voor een proceskostenveroordeling in het kader van het verzet. De uitspraak is gedaan door J.C. Boeree, met J.M. Labage als griffier, en is openbaar uitgesproken op dezelfde datum.

Uitspraak

Datum uitspraak: 30 oktober 2024
24/31 WIA -V
Centrale Raad van Beroep
Enkelvoudige kamer
Uitspraak op het verzet in verband met het hoger beroep tegen de uitspraak van de rechtbank Limburg van 28 november 2013, 22/1510 (aangevallen uitspraak)
Partijen:
[appellant] te [woonplaats] (appellant)
de Raad van bestuur van het Uitvoeringsinstituut werknemersverzekeringen (Uwv)

PROCESVERLOOP

In de uitspraak van 26 september 2024 heeft de Raad het door appellant ingestelde hoger beroep tegen de aangevallen uitspraak niet-ontvankelijk verklaard.
Namens appellant heeft mr. R.A.N.H. Theeuwen-Verkoeijen verzet gedaan.

OVERWEGINGEN

De Raad heeft het hoger beroep van appellant in de uitspraak van 26 september 2024
niet-ontvankelijk verklaard omdat de gronden niet zijn ontvangen.
In verzet geeft de gemachtigde van appellant aan dat de gronden wel tijdig zijn ingediend. De gemachtigde van appellant stuurt een bewijs van verzending via Zivver mee waaruit blijkt dat de gronden op 2 april 2024 tijdig bij de Raad zijn ingediend. Tevens dient de gemachtigde van appellant de gronden nogmaals in.
Dit betekent dat het verzet gegrond wordt verklaard, de uitspraak van de Raad van
26 september 2024 vervalt en het onderzoek wordt voortgezet in de stand waarin het zich bevond.
Voor een proceskostenveroordeling van het verzet is geen aanleiding.

BESLISSING

De Centrale Raad van Beroep verklaart het verzet gegrond.
Deze uitspraak is gedaan door J.C. Boeree, in tegenwoordigheid van J.M. Labage als griffier. De beslissing is uitgesproken in het openbaar op 30 oktober 2024.
(getekend) J.C. Boeree
(getekend) J.M. Labage