ECLI:NL:CRVB:2024:1975

Centrale Raad van Beroep

Datum uitspraak
3 oktober 2024
Publicatiedatum
28 oktober 2024
Zaaknummer
23/1894 ANW
Instantie
Centrale Raad van Beroep
Type
Uitspraak
Rechtsgebied
Bestuursrecht; Socialezekerheidsrecht
Procedures
  • Herziening
Rechters
Vindplaatsen
  • Rechtspraak.nl
AI samenvatting door LexboostAutomatisch gegenereerd

Afwijzing verzoek om herziening van eerdere uitspraak inzake sociale verzekeringsbank

In deze zaak heeft verzoekster, woonachtig in Marokko, een verzoek om herziening ingediend van de uitspraak van de Centrale Raad van Beroep van 20 april 2023, ECLI:NL:CRVB:2023:740. In die eerdere uitspraak werd het beroep van verzoekster tegen een besluit van de Sociale verzekeringsbank (Svb) ongegrond verklaard, omdat het bezwaar niet-ontvankelijk was verklaard wegens overschrijding van de bezwaartermijn. Verzoekster heeft in haar herzieningsverzoek geen nieuwe feiten of omstandigheden aangevoerd die aanleiding zouden geven om de eerdere uitspraak te herzien. De Centrale Raad van Beroep heeft het verzoek om herziening afgewezen, omdat verzoekster niet heeft aangetoond dat er nieuwe informatie beschikbaar is die niet eerder bekend was en die tot een andere uitspraak zou hebben kunnen leiden. De Raad benadrukt dat het herzieningsverzoek niet bedoeld is voor een hernieuwde discussie over de zaak, maar enkel voor het aanvoeren van nieuwe feiten of omstandigheden. De uitspraak van 20 april 2023 blijft derhalve in stand, en verzoekster krijgt geen vergoeding voor proceskosten of terugbetaling van griffierecht.

Uitspraak

23/1894 ANW
Datum uitspraak: 3 oktober 2024
Centrale Raad van Beroep
Enkelvoudige kamer
Uitspraak op het verzoek om herziening van de uitspraak van de Raad van 20 april 2023, 22/2995
Partijen:
[verzoekster] te Marokko (verzoekster)
de Raad van bestuur van de Sociale verzekeringsbank (Svb)
SAMENVATTING
In deze zaak gaat het om een verzoek om herziening van de uitspraak van de Raad van 20 april 2023, ECLI:NL:CRVB:2023:740. Wat verzoekster heeft aangevoerd is onvoldoende om de uitspraak te herzien. De Raad wijst het verzoek daarom af.

PROCESVERLOOP

Verzoekster heeft verzocht om herziening van de uitspraak van de Raad van 20 april 2023, ECLI:NL:CRVB:2023:740.
De Svb heeft een schriftelijke reactie op het herzieningsverzoek ingediend.
De zaak is ter behandeling aan de orde gesteld op de zitting van 23 augustus 2024. Partijen zijn niet verschenen.

OVERWEGINGEN

Inleiding

1. Bij de beoordeling zijn de volgende feiten en omstandigheden van belang.
1.1.
Met een uitspraak van 20 april 2023 heeft de Raad de uitspraak van de rechtbank Amsterdam van 5 augustus 2022, 21/5175, bevestigd. In die uitspraak heeft de rechtbank het beroep van verzoekster tegen het bestreden besluit ongegrond verklaard omdat de Svb terecht het bezwaar niet-ontvankelijk heeft verklaard wegens overschrijding van de bezwaartermijn.
1.2.
Op 9 mei 2023 heeft verzoekster een verzoek om herziening van de uitspraak van 20 april 2023 ingediend.
Het standpunt van verzoekster
2. Verzoekster heeft verzocht om het dossier opnieuw te bestuderen en een nieuw, gunstig besluit te nemen.

Het oordeel van de Raad

3. De Raad beoordeelt of aanleiding bestaat om de onherroepelijk geworden uitspraak van de Raad van 20 april 2023 te herzien. Hij doet dat aan de hand van de argumenten die verzoekster in haar verzoek om herziening heeft aangevoerd. De Raad wijst het herzieningsverzoek af. Hierna legt de Raad uit hoe hij tot dit oordeel komt en welke gevolgen dit oordeel heeft.
3.1.
Op grond van artikel 8:119 van de Algemene wet bestuursrecht (Awb) kan de bestuursrechter op verzoek van een partij een onherroepelijk geworden uitspraak herzien op grond van feiten of omstandigheden die:
a. hebben plaatsgevonden vóór de uitspraak,
b. bij de indiener van het verzoekschrift vóór de uitspraak niet bekend waren en redelijkerwijs niet bekend konden zijn, en
c. waren zij bij de bestuursrechter eerder bekend geweest, tot een andere uitspraak zouden hebben kunnen leiden.
3.2.
Verzoekster heeft om herziening gevraagd omdat zij graag een gunstige beslissing wil ontvangen. Zij heeft geen nieuwe informatie ter onderbouwing van haar verzoek ingediend.
3.3.
Het verzoek om herziening komt erop neer dat verzoekster opnieuw de discussie probeert te voeren over de zaak waarover is beslist bij de uitspraak van de Raad van 20 april 2023. Het is vaste rechtspraak van de Raad (zie bijvoorbeeld de uitspraak van 13 maart 2020, ECLI:NL:CRVB:2020:828) dat het (bijzondere) rechtsmiddel van herziening niet is gegeven om een hernieuwde discussie over een zaak te voeren en evenmin om een discussie over de juistheid van de betrokken uitspraak te openen terwijl geen sprake is van feiten en omstandigheden als bedoeld in artikel 8:119, eerste lid, van de Awb. Het verzoek om herziening dient te worden afgewezen, nu niet is gebleken dat verzoekster enig nieuw feit of enige nieuwe omstandigheid, zoals bedoeld in artikel 8:119 van de Awb, naar voren heeft gebracht.

Conclusie en gevolgen

4. Het verzoek om herziening wordt afgewezen. Dit betekent dat de uitspraak van 20 april 2023 in stand blijft.
5. Verzoekster krijgt daarom geen vergoeding voor haar proceskosten. Zij krijgt ook het betaalde griffierecht niet terug.

BESLISSING

De Centrale Raad van Beroep wijst het verzoek om herziening af.
Deze uitspraak is gedaan door E.E.V. Lenos, in tegenwoordigheid van N. el Khabazi als griffier. De beslissing is uitgesproken in het openbaar op 3 oktober 2024.
(getekend) E.E.V. Lenos
(getekend) N. el Khabazi

DÉCISION

La Centrale Raad van Beroep (Cour d'Appel Centrale);
statue:
Rejète la demande de révision.
Par conséquent, décidée par E.E.V. Lenos comme membre, en présence de N. el Khabazi en qualité de greffier, ainsi que prononcée en public, le 3 octobre 2024.
(Signé) E.E.V. Lenos
(Signé) N. el Khabazi