ECLI:NL:CRVB:2024:1967
Centrale Raad van Beroep
- Hoger beroep
- Rechtspraak.nl
Niet-ontvankelijkheid hoger beroep inzake arbeidsverplichting en procesbelang
In deze zaak heeft de Centrale Raad van Beroep op 15 oktober 2024 uitspraak gedaan in hoger beroep met zaaknummer 23/1669 PW. Het hoger beroep is niet-ontvankelijk verklaard omdat appellant geen procesbelang meer heeft bij de beoordeling van het hoger beroep. Dit is het gevolg van een eerdere uitspraak van de Raad op 8 oktober 2024, waarin werd geoordeeld dat het college van burgemeester en wethouders van Heerlen met het opleggen van het re-integratietraject bij De Werkmeester geen maatwerk heeft geleverd. Appellant, die sinds 23 februari 2006 bijstand ontvangt, had in deze procedure betoogd dat het e-mailbericht van 24 januari 2022, waarin hem werd opgedragen om zijn werkzaamheden te hervatten, een besluit is in de zin van de Algemene wet bestuursrecht. De Raad heeft echter vastgesteld dat, gezien de eerdere uitspraak, appellant geen belang meer heeft bij de beoordeling van het bestreden besluit. Het onderzoek ter zitting vond plaats op 3 september 2024, waarbij appellant werd vertegenwoordigd door zijn advocaat, mr. S.V.A.Y. Dassen-Vranken, en het college door mr. J.P.H.M. Kwaadvlieg. De rechtbank Limburg had eerder het beroep van appellant tegen het bestreden besluit ongegrond verklaard, wat door de Raad is bevestigd. De Raad concludeert dat er geen aanleiding is voor een veroordeling in de proceskosten.