ECLI:NL:CRVB:2024:1907
Centrale Raad van Beroep
- Hoger beroep
- Rechtspraak.nl
Afwijzing aanvraag voor ANW-uitkering na overlijden echtgenoot zonder verzekering in Nederland of Marokko
In deze uitspraak van de Centrale Raad van Beroep wordt het hoger beroep van appellante tegen de afwijzing van haar aanvraag voor een ANW-uitkering behandeld. De echtgenoot van appellante is op [datum] 2021 overleden in Marokko en was op dat moment niet verzekerd voor de ANW, omdat hij niet in Nederland woonde of werkte. De aanvraag werd afgewezen door de Sociale verzekeringsbank (Svb) op 14 juli 2022, en het bezwaar hiertegen werd op 12 september 2022 ongegrond verklaard. De rechtbank Amsterdam heeft de afwijzing bevestigd in haar uitspraak van 21 juli 2023, waartegen appellante in hoger beroep ging.
De Raad oordeelt dat de rechtbank terecht heeft geoordeeld dat de echtgenoot van appellante op de datum van zijn overlijden niet verzekerd was voor de ANW. De Raad volgt de overwegingen van de rechtbank en concludeert dat er geen aanleiding is om anders te oordelen. De Raad stelt vast dat de echtgenoot niet verzekerd was voor de ANW, noch op basis van zijn AOW-pensioen, omdat deze verzekering niet meer mogelijk is sinds 1 januari 2000. Bovendien was hij ook niet verzekerd onder de Marokkaanse wetgeving, wat betekent dat hij niet als verzekerd kan worden aangemerkt op basis van het verdrag inzake sociale zekerheid tussen Nederland en Marokko.
Het hoger beroep van appellante slaagt niet, en de Raad bevestigt de uitspraak van de rechtbank. Dit betekent dat de afwijzing van de aanvraag voor de ANW-uitkering in stand blijft. Aangezien het hoger beroep niet slaagt, krijgt appellante geen vergoeding voor haar proceskosten en het betaalde griffierecht. De uitspraak is gedaan door H. Lagas, in tegenwoordigheid van C.K. Teunissen als griffier, en is openbaar uitgesproken op 9 oktober 2024.