ECLI:NL:CRVB:2024:1774
Centrale Raad van Beroep
- Hoger beroep
- Rechtspraak.nl
Niet-ontvankelijkheid van hoger beroep wegens ontbreken van procesbelang in sociale zekerheidszaak
In deze zaak heeft appellante, vertegenwoordigd door mr. L.A.M. van der Geld, hoger beroep ingesteld tegen een uitspraak van de rechtbank Midden-Nederland. De rechtbank had eerder het beroep van appellante tegen een besluit van het college van burgemeester en wethouders van Nieuwegein ongegrond verklaard. Dit besluit betrof de toekenning van maatwerkvoorzieningen voor huishoudelijke ondersteuning op basis van de Wet maatschappelijke ondersteuning 2015. De Centrale Raad van Beroep heeft de zaak behandeld op een zitting op 31 juli 2024, waarbij appellante niet aanwezig was, terwijl het college vertegenwoordigd was door mr. S.N. van de Heykant.
De Raad heeft in zijn overwegingen vastgesteld dat appellante geen procesbelang heeft bij een inhoudelijke beoordeling van haar hoger beroep. Dit is gebaseerd op de vaststelling dat het geschil betrekking heeft op een reeds verstreken periode en dat er geen kosten zijn gemaakt door appellante voor de geleverde ondersteuning in die periode. De Raad concludeert dat er geen ander belang is dat een inhoudelijke beoordeling rechtvaardigt. Daarom wordt het hoger beroep niet-ontvankelijk verklaard, wat betekent dat de Raad niet toekomt aan een inhoudelijke beoordeling van de zaak. Appellante krijgt geen vergoeding voor haar proceskosten en het betaalde griffierecht wordt niet teruggegeven.