Uitspraak
PROCESVERLOOP
OVERWEGINGEN
Inleiding
Het oordeel van de Raad
Conclusie en gevolgen
- vernietigt de aangevallen uitspraak;
- verklaart het beroep tegen het besluit van 27 maart 2022 ongegrond.
Centrale Raad van Beroep
In deze zaak gaat het om een hoger beroep van de korpschef van politie tegen de uitspraak van de rechtbank Rotterdam, waarin de rechtbank het bestreden besluit van de korpschef heeft vernietigd. De zaak betreft de vraag of betrokkene recht heeft op een tegemoetkoming in de kosten van tijdelijke huisvesting op basis van artikel 14a van het Besluit reis-, verblijf- en verhuiskosten politie (Brvvp). Betrokkene heeft vanaf januari 2020 een politieopleiding gevolgd en heeft een aanvraag ingediend voor vergoeding van woonkosten, die door de korpschef is afgewezen. De rechtbank oordeelde dat de korpschef een onjuiste uitleg had gegeven aan het begrip 'tijdelijke huisvesting'. De Centrale Raad van Beroep oordeelt echter dat de rechtbank te ruim heeft uitgelegd wat tijdelijke huisvesting inhoudt. De Raad stelt vast dat betrokkene vanaf het begin van zijn opleiding woonachtig was in de plaats waar hij zijn opleiding volgde, en dat er geen sprake was van tijdelijke huisvesting. De Raad vernietigt de uitspraak van de rechtbank en verklaart het beroep van betrokkene ongegrond, waardoor hij geen recht heeft op de gevraagde tegemoetkoming.