ECLI:NL:CRVB:2024:1631
Centrale Raad van Beroep
- Proces-verbaal
- Rechtspraak.nl
Verzoek om herziening van eerdere uitspraak inzake WAO-uitkering
In deze zaak heeft de Centrale Raad van Beroep op 7 augustus 2024 uitspraak gedaan over een verzoek om herziening van een eerdere uitspraak van 3 oktober 2019. Het verzoeker, die in Marokko verblijft, was het niet eens met de eerdere beslissing waarbij zijn aanvraag voor een WAO-uitkering was afgewezen. De Raad heeft het verzoek om herziening niet-ontvankelijk verklaard, omdat het verzoek niet was gebaseerd op nieuwe feiten of omstandigheden en te laat was ingediend. De Raad heeft eerder in vergelijkbare zaken geoordeeld dat herzieningsverzoeken alleen kunnen worden ingediend tegen oorspronkelijke uitspraken en niet tegen eerdere herzieningsuitspraken. De verzoeker had in het verleden al meerdere keren geprobeerd om de uitspraak van 3 oktober 2019 te herzien, maar deze verzoeken waren ook niet-ontvankelijk verklaard. De Raad heeft geconcludeerd dat er geen reden was om van dit eerdere oordeel af te wijken. De verzoeker krijgt geen vergoeding voor proceskosten en het betaalde griffierecht wordt niet teruggegeven.