ECLI:NL:CRVB:2024:1514
Centrale Raad van Beroep
- Hoger beroep
- Rechtspraak.nl
Niet-ontvankelijkheid hoger beroep na overlijden appellante en gebrek aan instemming erfgenamen
In deze zaak heeft de Centrale Raad van Beroep op 25 juli 2024 uitspraak gedaan in het hoger beroep van een appellante die een aanvraag voor een persoonsgebonden budget (pgb) had ingediend. De aanvraag was eerder afgewezen door Menzis, waarna appellante bezwaar had gemaakt. De rechtbank Overijssel had het beroep tegen de afwijzing ongegrond verklaard, wat leidde tot het hoger beroep. Echter, na het overlijden van appellante op 17 juli 2023, heeft niet alle erfgenamen ingestemd met de voortzetting van de procedure. Dit heeft geleid tot de conclusie dat het procesbelang van appellante is vervallen, waardoor het hoger beroep niet-ontvankelijk werd verklaard. De Raad heeft de zaak behandeld op een zitting op 13 juni 2024, waar de partner van appellante en haar advocaat aanwezig waren, maar de instemming van alle erfgenamen ontbrak. De Raad heeft geoordeeld dat er geen aanleiding is om proceskosten te vergoeden of het griffierecht terug te geven. De uitspraak benadrukt het belang van instemming van alle erfgenamen in dergelijke procedures.