ECLI:NL:CRVB:2023:903
Centrale Raad van Beroep
- Hoger beroep
- Rechtspraak.nl
Beëindiging van ZW-uitkering na zorgvuldige medische beoordeling en juiste FML
Op 10 mei 2023 heeft de Centrale Raad van Beroep uitspraak gedaan in een hoger beroep van appellant tegen de beslissing van de rechtbank Midden-Nederland. Appellant had zich ziek gemeld op 10 maart 2020 en ontving een Ziektewet (ZW) uitkering. Na een medische beoordeling door het Uwv werd vastgesteld dat appellant per 27 juni 2021 niet langer recht had op ziekengeld, omdat hij meer dan 65% van zijn maatmaninkomen kon verdienen. Appellant stelde dat er sprake was van een onzorgvuldig medisch onderzoek en dat hij volledig arbeidsongeschikt was. De rechtbank had eerder geoordeeld dat het Uwv zorgvuldig had gehandeld en dat de medische beoordeling voldoende was gemotiveerd.
In hoger beroep herhaalde appellant zijn bezwaren en voerde aan dat zijn beperkingen niet goed waren ingeschat. Hij verwees naar een rapport van Argonaut dat zijn beperkte belastbaarheid bevestigde. Het Uwv verdedigde de eerdere beslissing en stelde dat appellant in verzekeringsgeneeskundige zin belastbaar was. De Raad beoordeelde de argumenten van appellant en concludeerde dat er geen reden was om aan de zorgvuldigheid van het onderzoek te twijfelen. De rechtbank had terecht geoordeeld dat appellant zijn stellingen niet had onderbouwd met voldoende medische informatie.
De Raad bevestigde de uitspraak van de rechtbank en oordeelde dat het Uwv toereikend had gemotiveerd dat appellant, ondanks zijn beperkingen, in staat was om de geselecteerde functies te vervullen. De uitspraak benadrukt het belang van zorgvuldige medische beoordelingen en de rol van de rechtbank in het waarborgen van de rechten van de betrokken partijen.