ECLI:NL:CRVB:2023:901
Centrale Raad van Beroep
- Hoger beroep
- Rechtspraak.nl
Hoger beroep inzake seizoensluiting en inroostering van kassamedewerker bij gemeente Purmerend
In deze zaak heeft de Centrale Raad van Beroep op 11 mei 2023 uitspraak gedaan in het hoger beroep van appellante, een kassamedewerker bij de gemeente Purmerend, tegen de afwijzing van haar verzoeken omtrent inroostering en seizoensluiting. Appellante had betoogd dat er op basis van het vertrouwens- en gelijkheidsbeginsel voor haar een seizoensluiting van maximaal 5 weken zou moeten gelden. De Raad oordeelde echter dat dit betoog niet slaagde, omdat appellante niet kon aantonen dat er een afspraak was gemaakt over haar inroostering. De rechtbank had eerder het besluit van het college van burgemeester en wethouders van Purmerend, dat de seizoensluiting voor kassamedewerkers op zes à zeven weken stelde, in stand gelaten. De Raad bevestigde deze uitspraak en oordeelde dat het college niet in strijd had gehandeld met de beginselen van behoorlijk bestuur. De Raad concludeerde dat de inroostering van appellante in overeenstemming was met de geldende regelgeving en dat er geen sprake was van gelijke gevallen die het beroep op het gelijkheidsbeginsel konden onderbouwen. De uitspraak van de rechtbank werd bevestigd, en appellante kreeg geen griffierecht of proceskostenvergoeding terug.