ECLI:NL:CRVB:2023:817
Centrale Raad van Beroep
- Hoger beroep
- Rechtspraak.nl
Herwaardering functie en toekenning hogere rang bij de Koninklijke Marine
In deze uitspraak van de Centrale Raad van Beroep op 26 april 2023, wordt het hoger beroep van appellant tegen de afwijzing van zijn verzoek om herwaardering van zijn functie en toekenning van een hogere rang behandeld. Appellant, werkzaam bij het Commando Zeestrijdkrachten (CZSK), had verzocht om zijn functie te herwaarderen en de hogere rang van [B] toegekend te krijgen, terwijl zijn functie bij de Koninklijke Marine (KM) op het niveau van [A] was gewaardeerd. De staatssecretaris van Defensie had het verzoek afgewezen, met het argument dat er fouten waren gemaakt bij de bevordering van collega's van appellant, maar dat deze fouten niet herhaald hoefden te worden op basis van het gelijkheidsbeginsel. De rechtbank had het beroep van appellant ongegrond verklaard, wat door de Raad werd bevestigd.
De Raad oordeelde dat de staatssecretaris aannemelijk had gemaakt dat de bevordering van de voorgangers van appellant op basis van fouten was gebeurd en dat het gelijkheidsbeginsel niet zo ver strekt dat gemaakte fouten herhaald moeten worden. Ook het beroep op het vertrouwensbeginsel werd afgewezen, omdat appellant niet had aangetoond dat er toezeggingen waren gedaan die hem in redelijkheid deden geloven dat hij de rang van [B] zou krijgen. De Raad concludeerde dat de afwijzing van het verzoek van appellant om herwaardering van zijn functie in stand blijft, en dat hij geen griffierecht terugkrijgt of vergoeding van proceskosten ontvangt.