ECLI:NL:CRVB:2023:756

Centrale Raad van Beroep

Datum uitspraak
21 april 2023
Publicatiedatum
25 april 2023
Zaaknummer
22 / 2185 AOW-PV
Instantie
Centrale Raad van Beroep
Type
Uitspraak
Rechtsgebied
Bestuursrecht; Socialezekerheidsrecht
Procedures
  • Hoger beroep
Rechters
Vindplaatsen
  • Rechtspraak.nl
AI samenvatting door LexboostAutomatisch gegenereerd

Verzoek om herziening niet-ontvankelijk wegens niet tijdig betalen griffierecht

In deze zaak heeft verzoekster, woonachtig in Marokko, een verzoek om herziening ingediend tegen een eerdere uitspraak van de Centrale Raad van Beroep. De uitspraak waartegen herziening werd gevraagd, dateert van 13 november 2020 en betreft een hoger beroep dat niet-ontvankelijk was verklaard omdat verzoekster het griffierecht niet tijdig had betaald. De Centrale Raad van Beroep heeft in eerdere uitspraken, waaronder die van 18 juni 2020, vastgesteld dat verzoekster in verzuim was en dat het griffierecht niet binnen de gestelde termijn was voldaan.

Op 10 juni 2022 heeft verzoekster opnieuw een verzoek om herziening ingediend, waarbij zij aangaf dat het griffierecht nu wel was voldaan, maar wederom niet binnen de gestelde termijn. De Raad heeft geoordeeld dat verzoekster in verzet geen feiten of omstandigheden heeft aangevoerd die zouden kunnen leiden tot de conclusie dat zij niet in verzuim was. De Raad benadrukt dat ook voor een verzoek om herziening tijdig griffierecht moet worden betaald.

Uiteindelijk heeft de Centrale Raad van Beroep het verzoek om herziening niet-ontvankelijk verklaard, met de mededeling dat het te laat betaalde griffierecht aan verzoekster zal worden terugbetaald. Er is geen aanleiding voor een veroordeling in de proceskosten, en de uitspraak is gedaan door de enkelvoudige kamer, met J.C. Boeree als lid en E.X.R. Yi als griffier.

Uitspraak

22 2185 AOW-PV

Centrale Raad van Beroep
Enkelvoudige kamer
Proces-verbaal van de mondelinge uitspraak op het verzoek om herziening van de uitspraak van de Centrale Raad van Beroep van 13 november 2020 20/772
Partijen:
[verzoekster] te [woonplaats] , Marokko (verzoekster)
de Raad van bestuur van de Sociale verzekeringsbank
Datum uitspraak: 21 april 2023
Zitting heeft: J.C. Boeree, als lid van de enkelvoudige kamer
Griffier: E.X.R. Yi
Ter zitting is niemand verschenen.

BESLISSING

De Centrale Raad van Beroep verklaart het verzoek om herziening niet-ontvankelijk.

GRONDEN VAN DE BESLISSING

Verzoekster heeft hoger beroep ingesteld tegen de uitspraak van 10 januari 2020 (19/3914) van de rechtbank Amsterdam. Dit hoger beroep is door de Raad in een uitspraak van 18 juni 2020 (20/772) niet-ontvankelijk verklaard omdat verzoekster het griffiecht niet (tijdig) had betaald. Het verzet hiertegen is door de Raad op 13 november 2020 ongegrond verklaard. In de uitspraak van 9 juli 2021 heeft de Raad het verzoek om herziening van verzoekster afgewezen omdat het griffierecht niet binnen de gestelde termijn van vier weken is voldaan.
Op 10 juni 2022 heeft verzoekster nogmaals een verzoek ingediend en daarbij gevraagd om herziening van de uitspraak met nummer 20/772.
In deze procedure is het griffierecht voldaan, maar niet binnen de gestelde termijn.
De Raad is van oordeel dat verzoekster in verzet geen feiten of omstandigheden heeft aangevoerd op grond waarvan zou moeten worden geoordeeld dat zij niet in verzuim is geweest. Het griffierecht is niet binnen de gestelde termijn voldaan. Ook voor een verzoek om herziening moet tijdig griffierecht worden betaald. Dat betekent dat het verzoek om herziening niet ontvankelijk is. Het te laat betaalde griffierecht wordt aan appellante terugbetaald.
Voor een veroordeling in de proceskosten bestaat geen aanleiding.
Waarvan proces-verbaal.
De griffier Het lid van de enkelvoudige kamer
(getekend) E.X.R. Yi (getekend) J. C. Boeree