ECLI:NL:CRVB:2023:722
Centrale Raad van Beroep
- Hoger beroep
- Rechtspraak.nl
Vaststelling ingangsdatum IVA-uitkering en beoordeling arbeidsongeschiktheid
In deze zaak heeft de Centrale Raad van Beroep op 19 april 2023 uitspraak gedaan in hoger beroep over de ingangsdatum van de IVA-uitkering van appellante, die sinds 2009 ziek is en eerder een WGA-uitkering ontving. De zaak betreft de beoordeling van de mate van arbeidsongeschiktheid van appellante, die door het Uwv op 1 december 2018 is vastgesteld op 54,55%. Appellante en haar werkgeefster hebben bezwaar gemaakt tegen deze beoordeling en de ingangsdatum van de IVA-uitkering, die door het Uwv op 1 december 2018 is vastgesteld. De rechtbank Limburg had eerder de beroepen van appellante en werkgeefster ongegrond verklaard, maar het Uwv heeft na behandeling van het hoger beroep een nieuw besluit genomen, waarbij de bezwaren van appellante en werkgeefster zijn gegrond verklaard en de mate van arbeidsongeschiktheid is vastgesteld op 80 tot 100%. De Raad heeft geoordeeld dat het Uwv de ingangsdatum van de IVA-uitkering terecht heeft vastgesteld op 1 december 2018, omdat deze datum in geding was en eerdere data niet ter beoordeling lagen. De Raad heeft de eerdere uitspraak van de rechtbank vernietigd en het Uwv veroordeeld in de kosten van appellante en werkgeefster, die in totaal € 9.486,- bedragen, inclusief griffierechten.