Uitspraak
20 1902 WMO15
PROCESVERLOOP
OVERWEGINGEN
- bevestigt de aangevallen uitspraak;
- wijst het verzoek om veroordeling tot vergoeding van schade af.
Centrale Raad van Beroep
In deze zaak heeft de Centrale Raad van Beroep op 12 april 2023 uitspraak gedaan in hoger beroep tegen een eerdere uitspraak van de rechtbank Noord-Holland. De appellant, vertegenwoordigd door mr. J. Sprakel, had hoger beroep ingesteld tegen de beslissing van het college van burgemeester en wethouders van Haarlem, dat op dezelfde dag van het verzoek om verlenging van een maatwerkvoorziening opvang een besluit had genomen. De rechtbank had eerder geoordeeld dat er geen sprake was van niet tijdig beslissen, omdat het college tijdig had gereageerd op het verzoek van de appellant. De Raad bevestigde dit oordeel en oordeelde dat de redelijke termijn voor de procedure niet was overschreden, aangezien de procedure nog geen vier jaar had geduurd. Het verzoek van de appellant om schadevergoeding werd afgewezen, omdat de Raad van oordeel was dat er geen sprake was van overschrijding van de redelijke termijn. De Raad concludeerde dat de aangevallen uitspraak van de rechtbank terecht was en bevestigde deze.