ECLI:NL:CRVB:2023:638
Centrale Raad van Beroep
- Hoger beroep
- Rechtspraak.nl
Hoger beroep inzake WIA-uitkering en toegenomen beperkingen
In deze zaak heeft de Centrale Raad van Beroep op 5 april 2023 uitspraak gedaan in hoger beroep over de WIA-uitkering van appellante, die zich op 26 april 2011 ziekmeldde met lichamelijke en psychische klachten. Het Uwv had eerder geweigerd om een WGA-uitkering toe te kennen, omdat de mate van arbeidsongeschiktheid minder dan 35% was. Appellante verzocht in 2018 om herbeoordeling van haar WIA-uitkering, omdat haar gezondheid zou zijn verslechterd. De verzekeringsarts concludeerde echter dat de toegenomen beperkingen niet voortkwamen uit dezelfde ziekteoorzaak als tijdens de wachttijd. De rechtbank had het beroep van appellante gegrond verklaard, maar de rechtsgevolgen van het vernietigde besluit in stand gelaten. In hoger beroep heeft appellante aangevoerd dat haar psychische klachten zijn toegenomen en dat de diagnose fibromyalgie eerder had moeten worden erkend. De Raad heeft de eerdere oordelen van de verzekeringsarts en de rechtbank onderschreven en geoordeeld dat er geen reden is om aan de medische beoordeling te twijfelen. Het verzoek van appellante om een deskundige te benoemen is afgewezen. De Raad bevestigde de aangevallen uitspraak en veroordeelde het Uwv in de proceskosten van appellante.