ECLI:NL:CRVB:2023:608

Centrale Raad van Beroep

Datum uitspraak
30 maart 2023
Publicatiedatum
30 maart 2023
Zaaknummer
21 / 4156 WIA-VER
Instantie
Centrale Raad van Beroep
Type
Uitspraak
Rechtsgebied
Bestuursrecht; Socialezekerheidsrecht
Procedures
  • Hoger beroep
Vindplaatsen
  • Rechtspraak.nl
AI samenvatting door LexboostAutomatisch gegenereerd

Verzoek om verschoning in bestuursrechtelijke zaak met mogelijke belangenverstrengeling

In de zaak met nummer 21/4156 WIA, die op 30 maart 2023 door de Centrale Raad van Beroep is behandeld, heeft verzoekster op 23 maart 2023 een verzoek ingediend om zich te mogen verschonen van de behandeling van deze zaak. Dit verzoek is gedaan omdat haar echtgenoot in het verleden een leidinggevende functie heeft bekleed bij de appellant in deze zaak. De Centrale Raad van Beroep heeft in zijn overwegingen aangegeven dat op grond van artikel 8:19 van de Algemene wet bestuursrecht (Awb) rechters zich kunnen verschonen indien er feiten en omstandigheden zijn die de onpartijdigheid van de rechter in gevaar kunnen brengen. Verzoekster heeft aangegeven dat de betrokkenheid van haar echtgenoot bij de appellant een mogelijke schijn van vooringenomenheid met zich meebrengt. De Raad heeft het verzoek om verschoning toegewezen, waarbij is benadrukt dat het belangrijk is om elke schijn van belangenverstrengeling te vermijden. De beslissing is openbaar uitgesproken op 30 maart 2023, en de meervoudige kamer bestond uit de voorzitter E.J.M. Heijs en de leden B.J. van de Griend en E.C.E. Marechal, met D. Al-Zubaidi als griffier.

Uitspraak

21/4156 WIA-VER
Datum beslissing: 30 maart 2023
Centrale Raad van Beroep
Meervoudige kamer
Beslissing op het verzoek om verschoning gedaan door
[verzoekster] (verzoekster)
PROCESVERLOOP
In de zaak 21/4156 WIA, die op 13 april 2023 op een zitting zal worden behandeld, heeft verzoekster, die als lid van de meervoudige kamer is belast met de behandeling van deze zaak, op 23 maart 2023 het verzoek gedaan zich te mogen verschonen.

OVERWEGINGEN

1. Ingevolge artikel 8:19, eerste lid, van de Algemene wet bestuursrecht (Awb) kan op grond van feiten en omstandigheden als bedoeld in artikel 8:15 elk van de rechters die een zaak behandelen, verzoeken zich te mogen verschonen. In artikel 8:15 van de Awb is bepaald dat op verzoek van een partij elk van de rechters die een zaak behandelen, kan worden gewraakt op grond van feiten en omstandigheden waardoor de rechterlijke onpartijdigheid schade zou kunnen lijden.
2. Verzoekster heeft te kennen gegeven dat bij de voorbereiding van bovenvermelde zaak is gebleken dat appellante in die zaak een organisatie is waar haar echtgenoot enkele jaren in een leidinggevende functie werkzaam is geweest. Om iedere schijn van vooringenomenheid bij de behandeling van de zaak te voorkomen, heeft zij verzocht om verschoning.
3. Gezien de motivering van het verzoek is de inwilliging daarvan gerechtvaardigd.
4. De Raad wijst het verzoek daarom toe.

BESLISSING

De Centrale Raad van Beroep wijst het verzoek om verschoning toe.
Deze beslissing is gegeven door E.J.M. Heijs als voorzitter en B.J. van de Griend en E.C.E. Marechal als leden, in tegenwoordigheid van D. Al-Zubaidi als griffier. De beslissing is uitgesproken in het openbaar op 30 maart 2023.