ECLI:NL:CRVB:2023:603
Centrale Raad van Beroep
- Hoger beroep
- S.B. Smit-Colenbrander
- J.M. Labage
- Rechtspraak.nl
Niet-ontvankelijkheid van hoger beroep wegens niet tijdig betalen griffierecht
In deze zaak heeft appellante hoger beroep ingesteld tegen een uitspraak van de rechtbank Zeeland-West-Brabant, waarin zij niet ontvankelijk was verklaard. De Centrale Raad van Beroep heeft op 30 maart 2023 uitspraak gedaan in deze zaak, geregistreerd onder nummer 22/2306 WAJONG. De kern van de zaak betreft het beroep op betalingsonmacht dat door appellante is ingediend. Appellante heeft in juli 2022 een beroep op betalingsonmacht gedaan, maar is in september 2022 gewezen op de criteria die gelden voor het aannemen van betalingsonmacht. Appellante kreeg de gelegenheid om een formulier in te vullen en terug te sturen, maar heeft uiteindelijk niet voldaan aan de vereisten voor het tijdig betalen van het griffierecht. Ondanks dat appellante op 18 oktober 2022 een verklaring heeft ingediend waarin zij aangaf dat haar inkomensverklaring actueel was en dat zij niet over vermogen beschikte, heeft de Raad in oktober 2022 medegedeeld dat zij niet aan de criteria voor betalingsonmacht voldeed. De appellante is herhaaldelijk gewezen op de verplichting om het griffierecht tijdig te betalen, maar heeft dit niet gedaan. De Centrale Raad van Beroep heeft geconcludeerd dat het hoger beroep kennelijk niet-ontvankelijk is, omdat het griffierecht niet binnen de gestelde termijn is betaald. De uitspraak is gedaan door S.B. Smit-Colenbrander, in tegenwoordigheid van J.M. Labage als griffier, en is openbaar uitgesproken op 30 maart 2023.