ECLI:NL:CRVB:2023:563
Centrale Raad van Beroep
- Hoger beroep
- Rechtspraak.nl
Beroep tegen niet tijdig nemen besluit niet-ontvankelijk; geen dwangsom vastgesteld
In deze uitspraak beoordeelt de Centrale Raad van Beroep of de rechtbank het beroep van appellant tegen het niet tijdig nemen van een besluit op zijn aanvraag om bijzondere bijstand terecht niet-ontvankelijk heeft verklaard. Appellant had op 18 juli 2019 bijzondere bijstand aangevraagd voor de kosten van griffierecht van € 47,-. Het college van burgemeester en wethouders van Stein heeft op 5 september 2019 een besluit genomen waarin de bijzondere bijstand is toegekend, maar de uitbetaling was afhankelijk van het inleveren van een betalingsbewijs. Appellant stelde het college op 18 september 2019 in gebreke, maar ontving op dezelfde dag het bedrag van € 47,- op zijn rekening. Het college heeft op 14 oktober 2019 vastgesteld dat er geen dwangsom is verbeurd, wat door de rechtbank in de aangevallen uitspraken is bevestigd.
De Raad komt tot de conclusie dat de rechtbank terecht heeft geoordeeld dat het college op 5 september 2019 een definitief besluit heeft genomen en dat er geen sprake is van niet tijdig beslissen. De beroepsgronden van appellant, die betoogde dat het besluit van 5 september 2019 geen rechtsgevolg had omdat het een voorwaardelijke toekenning was, zijn door de Raad verworpen. De Raad bevestigt de uitspraken van de rechtbank en oordeelt dat appellant geen recht heeft op vergoeding van de kosten van de procedures.