ECLI:NL:CRVB:2023:533
Centrale Raad van Beroep
- Hoger beroep
- Rechtspraak.nl
Afwijzing van een militair invaliditeitspensioen na beoordeling van luchtwegproblematiek en dienstverband
In deze zaak heeft de Centrale Raad van Beroep op 23 maart 2023 uitspraak gedaan in hoger beroep tegen het besluit van de Staatssecretaris van Defensie van 14 juli 2022, waarin een verzoek om toekenning van een militair invaliditeitspensioen werd afgewezen. De appellant, die van 1995 tot 2001 in militaire dienst was en viermaal naar Bosnië is uitgezonden, had in 2015 een aanvraag ingediend voor een invaliditeitspensioen vanwege luchtwegklachten. De staatssecretaris had eerder, in 2016 en 2018, de aanvraag afgewezen, omdat er geen onderliggende ziekte of gebrek kon worden vastgesteld die aan de luchtwegproblematiek ten grondslag lag.
De Raad heeft in eerdere uitspraken vastgesteld dat er bij de appellant sprake is van een reëel en toenemend klachtenbeeld, maar dat er geen sluitende verklaring voor de luchtwegproblematiek kon worden gegeven. De Raad oordeelde dat de staatssecretaris ten onrechte de aanvraag had afgewezen op basis van het ontbreken van een eenduidige diagnose. De staatssecretaris werd opgedragen om opnieuw te beoordelen of er sprake was van invaliditeit met dienstverband, waarbij een nader medisch onderzoek noodzakelijk was.
In de huidige uitspraak heeft de Raad geoordeeld dat de staatssecretaris het bestreden besluit mocht baseren op de advisering van de verzekeringsarts R.G. Goedhart, die concludeerde dat de luchtwegproblematiek van de appellant niet aan de militaire dienst kon worden toegeschreven. De Raad heeft het beroep van de appellant ongegrond verklaard, omdat deze geen medische informatie had ingebracht die zijn standpunt ondersteunde. De Raad heeft ook opgemerkt dat de appellant een nieuwe aanvraag moet indienen om een mogelijke relatie tussen zijn klachten en blootstelling aan chroom VI te onderzoeken.