ECLI:NL:CRVB:2023:512
Centrale Raad van Beroep
- Hoger beroep
- Rechtspraak.nl
Toekenning van bijstand en toepassing van de kostendelersnorm in het kader van de Participatiewet
In deze zaak heeft de Centrale Raad van Beroep op 21 maart 2023 uitspraak gedaan in hoger beroep tegen een eerdere uitspraak van de rechtbank Rotterdam. De zaak betreft de toekenning van bijstand op grond van de Participatiewet (PW) en de toepassing van de kostendelersnorm. Appellante had op 26 augustus 2020 een aanvraag voor bijstand ingediend, waarbij zij aangaf dat er sprake was van een medebewoner. Het college van burgemeester en wethouders van Rotterdam heeft bij besluit van 9 september 2020 de bijstand toegekend naar de kostendelersnorm, wat inhoudt dat de bijstandsverlening is gebaseerd op een tweepersoonshuishouden.
De rechtbank heeft het beroep van appellante tegen het bestreden besluit ongegrond verklaard. In hoger beroep heeft appellante betoogd dat de ingangsdatum van de bijstand niet correct is vastgesteld en dat er ten onrechte een korting op de bijstand is toegepast. De Raad heeft overwogen dat de ingangsdatum van de bijstand niet eerder kan zijn dan de datum waarop de aanvraag is ingediend. Appellante heeft niet kunnen aantonen dat er bijzondere omstandigheden zijn die een eerdere ingangsdatum rechtvaardigen.
Daarnaast heeft de Raad geoordeeld dat de mondelinge huurovereenkomst tussen appellante en de medebewoner niet voldoende is om deze niet aan te merken als kosten delende medebewoner. De Raad heeft bevestigd dat voor de toepassing van de kostendelersnorm niet relevant is of de medebewoners de kosten feitelijk delen, maar of de kosten gedeeld kunnen worden. De uitspraak van de rechtbank is bevestigd, en de toekenning van bijstand met ingang van 26 augustus 2020 blijft in stand.