Uitspraak
20 1283 ZW
4 maart 2020, 18/600 (aangevallen uitspraak)
PROCESVERLOOP
OVERWEGINGEN
BESLISSING
R. van der Heide als griffier. De beslissing is uitgesproken in het openbaar op 11 januari 2023.
Centrale Raad van Beroep
In deze zaak heeft de Centrale Raad van Beroep op 11 januari 2023 uitspraak gedaan in hoger beroep tegen een beslissing van de rechtbank Limburg. De zaak betreft de ex-werknemer van een bedrijf die op 1 december 2016 in dienst trad als bedrijfsleider. Na een ziekmelding op 2 juni 2017, die door het Uwv niet werd geaccepteerd, heeft de ex-werknemer werkzaamheden als baliemedewerker verricht. Het Uwv heeft in een besluit van 2 januari 2018 vastgesteld dat de ex-werknemer per 1 december 2017 recht heeft op ziekengeld, omdat hij ongeschikt werd geacht voor zijn eigen werk als bedrijfsleider. Echter, het Uwv heeft later dit besluit in een bestreden besluit van 7 februari 2018 ongegrond verklaard, wat leidde tot de rechtszaak.
De rechtbank heeft het beroep van de betrokkene gegrond verklaard en het bestreden besluit vernietigd, omdat het Uwv onvoldoende had onderbouwd dat de ex-werknemer op en na 2 juni 2017 onafgebroken ziek was. De rechtbank oordeelde dat de ex-werknemer, die feitelijk als baliemedewerker werkte, recht had op een herbeoordeling van zijn recht op ziekengeld. In hoger beroep heeft het Uwv een rapport ingediend waarin werd gesteld dat de ex-werknemer niet ongeschikt was voor zijn werk als bedrijfsleider. De Raad heeft echter geoordeeld dat de feitelijk verrichte arbeid van de ex-werknemer als baliemedewerker de maatstaf is voor de beoordeling van zijn geschiktheid voor arbeid.
De Centrale Raad van Beroep heeft het hoger beroep van het Uwv afgewezen en bevestigd dat het Uwv een nieuw besluit moet nemen over het recht op ziekengeld van de ex-werknemer, waarbij moet worden beoordeeld of hij per 1 december 2017 ongeschikt is voor zijn eigen werk als baliemedewerker. De uitspraak benadrukt dat de feitelijk verrichte arbeid bepalend is voor de beoordeling van de geschiktheid tot arbeid, ongeacht de bedongen arbeid in de arbeidsovereenkomst.