Uitspraak
20.2237 PW
OVERWEGINGEN
5 oktober 2018 (met als vestigingsdatum 10 oktober 2018) met haar bedrijf S (bedrijf) ingeschreven in het handelsregister van de Kamer van Koophandel.
10 oktober 2018 tot 1 juni 2019 ingetrokken en de gemaakte kosten van bijstand over die periode tot een bedrag van € 3.449,77 van hen teruggevorderd. Het college heeft aan het bestreden besluit ten grondslag gelegd dat appellant en X niet alle in de brieven van 29 mei 2019, 13 juni 2019 en 28 juni 2019 gevraagde gegevens hebben verstrekt. Door deze gegevens niet te verstrekken, hebben zij de inlichtingenverplichting geschonden, waardoor het recht op bijstand niet is vast te stellen. De grondslag van het besluit is artikel 54, derde lid, eerste volzin, van de PW.
- vernietigt de aangevallen uitspraak;
- verklaart het beroep gegrond en vernietigt het besluit van 12 september 2019;
- herroept het besluit van 24 juli 2019 en bepaalt dat deze uitspraak in de plaats treedt van dat besluit;
- bepaalt dat het college aan appellant het in beroep en hoger beroep betaalde griffierecht van in totaal € 178,- vergoedt.