ECLI:NL:CRVB:2023:333
Centrale Raad van Beroep
- Hoger beroep
- E.W. Akkerman
- E.X.R. Yi
- Rechtspraak.nl
Proceskostenveroordeling na intrekking hoger beroep tegen het Uwv
Op 22 februari 2023 heeft de Centrale Raad van Beroep uitspraak gedaan in de zaak met nummer 18/232 ZW. Deze uitspraak betreft een proceskostenveroordeling na de intrekking van het hoger beroep door appellante, die eerder in beroep was gegaan tegen een beslissing van het Uitvoeringsinstituut werknemersverzekeringen (Uwv). De Raad had eerder op 23 december 2021 een tussenuitspraak gedaan, waarin het Uwv op 9 juni 2022 een gewijzigde beslissing op bezwaar had genomen. Appellante heeft op 13 juli 2022 het hoger beroep ingetrokken en verzocht om vergoeding van de proceskosten, die zij had gemaakt in verband met de rechtsbijstand en een rapport van De Landelijke Expertisebalie.
De Centrale Raad van Beroep heeft overwogen dat, op basis van artikel 8:75a van de Algemene wet bestuursrecht (Awb), het bestuursorgaan kan worden veroordeeld in de kosten als het beroep wordt ingetrokken omdat het bestuursorgaan tegemoet is gekomen aan de indiener. In dit geval is het Uwv volledig tegemoetgekomen aan de bezwaren van appellante, wat aanleiding gaf voor de Raad om het Uwv te veroordelen in de kosten die appellante redelijkerwijs heeft moeten maken. De proceskosten zijn begroot op € 4.185,- voor verleende rechtsbijstand, en daarnaast is een vergoeding voor het rapport van De Landelijke Expertisebalie vastgesteld op € 964,48. De totale proceskostenveroordeling bedraagt dus € 5.149,48.
Appellante kan zich voor vergoeding van het betaalde griffierecht in beroep en hoger beroep rechtstreeks tot het Uwv wenden. De uitspraak is openbaar gedaan en ondertekend door de rechters E.W. Akkerman en griffier E.X.R. Yi.