ECLI:NL:CRVB:2023:318
Centrale Raad van Beroep
- Hoger beroep
- Rechtspraak.nl
Afwijzing aanvraag voor maatwerkvoorziening op grond van de Wet maatschappelijke ondersteuning 2015
In deze zaak heeft appellant, vertegenwoordigd door mr. I. Mercanoglu, hoger beroep ingesteld tegen de uitspraak van de rechtbank Overijssel, die op 22 juli 2021 het beroep van appellant tegen het besluit van het college van burgemeester en wethouders van Hengelo ongegrond verklaarde. Het college had op 20 september 2019 de aanvraag van appellant voor een maatwerkvoorziening in de vorm van een persoonsgebonden budget (pgb) afgewezen, en deze afwijzing werd gehandhaafd bij een beslissing op bezwaar op 15 mei 2020. De Raad voor de Rechtspraak heeft op 16 februari 2023 uitspraak gedaan in deze zaak.
De Raad heeft vastgesteld dat appellant in de te beoordelen periode uitsluitend een pgb wilde aanvragen om diensten van Zorgcentra Het Mozaïek te betrekken. De afwijzing van het pgb was gebaseerd op artikel 2.3.6, vijfde lid, aanhef en onder b, van de Wet maatschappelijke ondersteuning 2015 (Wmo 2015), dat het college toestaat een pgb te weigeren indien eerder toepassing is gegeven aan artikel 2.3.10, eerste lid, onderdeel e, van de Wmo 2015. De Raad concludeert dat appellant geen beroepsgronden heeft ingediend tegen de specifieke weigeringsgrond die door het college is aangevoerd, waardoor het hoger beroep niet kan slagen.
De Centrale Raad van Beroep bevestigt de aangevallen uitspraak van de rechtbank en er is geen aanleiding voor een veroordeling in de proceskosten. De uitspraak is openbaar gedaan op 16 februari 2023.