ECLI:NL:CRVB:2023:288

Centrale Raad van Beroep

Datum uitspraak
15 februari 2023
Publicatiedatum
16 februari 2023
Zaaknummer
21/3635 WAJONG
Instantie
Centrale Raad van Beroep
Type
Uitspraak
Rechtsgebied
Bestuursrecht; Socialezekerheidsrecht
Procedures
  • Hoger beroep
Vindplaatsen
  • Rechtspraak.nl
AI samenvatting door LexboostAutomatisch gegenereerd

Intrekking hoger beroep en proceskostenveroordeling in sociale zekerheidszaak

In deze zaak heeft appellante, vertegenwoordigd door mr. H.S. Huisman, hoger beroep ingesteld tegen een besluit van de Raad van bestuur van het Uitvoeringsinstituut werknemersverzekeringen (Uwv). Het hoger beroep was gericht op de weigering om aan appellante een uitkering toe te kennen op grond van de Wet arbeidsongeschiktheidsvoorziening jonggehandicapten. Op 13 september 2022 heeft mr. Huisman namens appellante het hoger beroep ingetrokken en verzocht om een proceskostenveroordeling voor het Uwv. De Centrale Raad van Beroep heeft het verzoek om proceskostenveroordeling afgewezen, omdat het hoger beroep geen betrekking had op de WAO-uitkering die aan appellante was toegekend met ingang van 3 december 2020. De Raad oordeelde dat het besluit van 18 juli 2022 niet kon worden gezien als een tegemoetkomend besluit in de zin van artikel 8:75a van de Algemene wet bestuursrecht (Awb).

Uitspraak

Datum uitspraak: 15 februari 2023
21/3635 WAJONG
Centrale Raad van Beroep
Enkelvoudige kamer
Uitspraak als bedoeld in de artikelen 8:75a en 8:108 van de Algemene wet bestuursrecht in verband met het hoger beroep tegen de uitspraak van de rechtbank Den Haag van 15 september 2021, 20/2971 (aangevallen uitspraak)
Partijen:
[appellante] te [woonplaats] (appellante)
de Raad van bestuur van het Uitvoeringsinstituut werknemersverzekeringen (Uwv)

PROCESVERLOOP

Namens appellante heeft mr. H.S. Huisman hoger beroep ingesteld.
Bij brief van 13 september 2022 heeft mr. Huisman namens appellante het hoger beroep ingetrokken en gelijktijdig aan de Raad verzocht het Uwv te veroordelen in de proceskosten.
Het Uwv heeft gebruik gemaakt van de gelegenheid een verweerschrift in te dienen.
Onder toepassing van artikel 8:57 van de Algemene wet bestuursrecht (Awb) is het onderzoek ter zitting achterwege gelaten. Vervolgens is het onderzoek gesloten.

OVERWEGINGEN

Artikel 8:75a, eerste lid, eerste volzin, van de Awb bepaalt dat in geval van intrekking van het beroep omdat het bestuursorgaan geheel of gedeeltelijk aan de indiener van het beroepschrift is tegemoetgekomen, het bestuursorgaan op verzoek van de indiener bij afzonderlijke uitspraak met toepassing van artikel 8:75 van de Awb in de kosten kan worden veroordeeld. Ingevolge artikel 8:108, eerste lid, van de Awb is deze bepaling van overeenkomstige toepassing op het hoger beroep.
Namens appellante is het hoger beroep ingetrokken, omdat het Uwv in een besluit van 18 juli 2022 heeft vastgesteld dat appellante vanaf 11 maart 2002 toegenomen arbeidsongeschikt is en een uitkering op grond van de Wet op de arbeidsongeschiktheidsverzekering (WAO) aan haar heeft toegekend met ingang van 3 december 2020. Omdat het hoger beroep van appellante geen betrekking had op de WAOuitkering, maar op de weigering om aan haar een uitkering toe te kennen op grond van de Wet arbeidsongeschiktheidsvoorziening jonggehandicapten, kan het besluit van 18 juli 2022 niet worden gezien als een tegemoetkomend besluit in de zin van artikel 8:75a van de Awb. Het verzoek om een proceskostenveroordeling wordt dan ook afgewezen.

BESLISSING

De Centrale Raad van Beroep wijst het verzoek om een proceskostenveroordeling af.
Deze uitspraak is gedaan door S.B. Smit-Colenbrander, in tegenwoordigheid van L. Winters als griffier. De beslissing is uitgesproken in het openbaar 15 februari 2023.
(getekend) S.B. Smit-Colenbrander
(getekend) L. Winters