ECLI:NL:RBDHA:2021:10997
Rechtbank Den Haag
- Eerste aanleg - enkelvoudig
- Rechtspraak.nl
Afwijzing Wajong-uitkering wegens gebrek aan medische onderbouwing van arbeidsongeschiktheid
In deze zaak heeft de Rechtbank Den Haag op 15 september 2021 uitspraak gedaan in een geschil over de afwijzing van een Wajong-uitkering aan eiseres. Eiseres had op 11 november 2019 een aanvraag ingediend voor een Wajong-uitkering, die door de Raad van bestuur van het Uitvoeringsinstituut werknemersverzekeringen op 29 november 2019 werd afgewezen. Het bezwaar van eiseres tegen deze afwijzing werd op 16 maart 2020 ongegrond verklaard. Eiseres stelde dat haar eerste arbeidsongeschiktheidsdag ten onrechte was vastgesteld op 1 juli 1996, en dat er een verband bestond tussen haar maag- en darmklachten en de diagnose autismespectrumstoornis. De rechtbank heeft het procesverloop en de medische rapporten van de verzekeringsartsen bestudeerd. De rechtbank concludeerde dat er geen nieuwe feiten of omstandigheden waren die aanleiding gaven om de eerdere beslissing te herzien. De rechtbank oordeelde dat de verzekeringsartsen zorgvuldig te werk waren gegaan en dat de medische onderbouwing voor de afwijzing van de Wajong-uitkering voldoende was. Eiseres had niet aangetoond dat de rapporten van de verzekeringsartsen niet op zorgvuldige wijze tot stand waren gekomen of dat er tegenstrijdigheden in zaten. De rechtbank verklaarde het beroep ongegrond en bevestigde de afwijzing van de Wajong-uitkering.