Uitspraak
21.3332 WIA
OVERWEGINGEN
BESLISSING
.
Centrale Raad van Beroep
In deze zaak heeft de Centrale Raad van Beroep op 21 december 2023 uitspraak gedaan in hoger beroep over de arbeidsongeschiktheid van een werknemer, vastgesteld op 74,25%. De zaak betreft een geschil tussen appellante, een werkgever, en het Uitvoeringsinstituut werknemersverzekeringen (Uwv) over de medische beoordeling van de werknemer. De werknemer was sinds 31 oktober 2012 arbeidsongeschikt en had verschillende uitkeringen ontvangen op basis van de Wet Werk en inkomen naar arbeidsvermogen (Wet WIA). Het Uwv had in een eerder besluit de mate van arbeidsongeschiktheid vastgesteld op 74,25%, wat door appellante werd betwist. Appellante voerde aan dat de werknemer meer beperkt was dan het Uwv had aangenomen en dat de geselecteerde functies niet passend waren.
Tijdens de zitting op 8 februari 2023 heeft de Raad de argumenten van beide partijen gehoord. De Raad oordeelde dat het medisch onderzoek door het Uwv zorgvuldig was uitgevoerd en dat de rapportages geen tegenstrijdigheden vertoonden. De rechtbank had eerder het beroep van appellante ongegrond verklaard, en de Raad onderschreef deze conclusie. De Raad concludeerde dat de medische informatie die door appellante was overgelegd geen aanleiding gaf om het medisch oordeel van het Uwv te herzien. De Raad bevestigde dat de geselecteerde functies de belastbaarheid van de werknemer niet overschreden en dat de vastgestelde beperkingen adequaat waren onderbouwd.
De Raad besloot het hoger beroep van appellante niet te honoreren en bevestigde de eerdere uitspraak van de rechtbank. Er werd geen veroordeling in de proceskosten uitgesproken, aangezien er geen aanleiding voor was. De uitspraak werd openbaar gemaakt op 21 december 2023.