ECLI:NL:CRVB:2023:2431
Centrale Raad van Beroep
- Hoger beroep
- Rechtspraak.nl
Weigering van ziekengeld aan werkneemster en niet-ontvankelijkheid bezwaar werkgever
In deze zaak heeft de Centrale Raad van Beroep op 21 december 2023 uitspraak gedaan in hoger beroep tegen een eerdere beslissing van de rechtbank Oost-Brabant. De zaak betreft de weigering van ziekengeld aan een werkneemster van appellante, een B.V., door het Uitvoeringsinstituut werknemersverzekeringen (Uwv). Het Uwv had op 17 mei 2018 besloten om geen ziekengeld toe te kennen op basis van de Ziektewet, waarna appellante bezwaar maakte. Dit bezwaar werd door de rechtbank niet-ontvankelijk verklaard, wat appellante niet kon accepteren. In hoger beroep heeft de Raad de niet-ontvankelijkheid van het bezwaar van de werkgever als onterecht beoordeeld. De Raad oordeelde dat de rechtbank buiten de omvang van het geding was getreden door ambtshalve de tijdigheid van het bezwaar te beoordelen, wat in strijd is met de Algemene wet bestuursrecht. De Raad heeft de eerdere uitspraak van de rechtbank vernietigd, maar het beroep van appellante tegen de weigering van ziekengeld ongegrond verklaard. De Raad concludeerde dat het Uwv terecht had vastgesteld dat de werkneemster niet ziek was per 2 augustus 2017, en dat er geen recht op ziekengeld bestond. Appellante kreeg geen proceskostenvergoeding, maar het griffierecht voor het hoger beroep werd terugbetaald.