ECLI:NL:CRVB:2023:23
Centrale Raad van Beroep
- Hoger beroep
- Rechtspraak.nl
Intrekking van bijstandsrecht en terugvordering van bijstandsuitkeringen
In deze zaak heeft de Centrale Raad van Beroep op 10 januari 2023 uitspraak gedaan in hoger beroep tegen de besluiten van het dagelijks bestuur van de gemeenschappelijke regeling Avres. Appellant had in hoger beroep beroep ingesteld tegen de uitspraken van de rechtbank Rotterdam, die eerder de beroepen tegen de besluiten van het dagelijks bestuur ongegrond had verklaard. Het dagelijks bestuur had op 16 september 2019 de bijstand van appellant ingetrokken met terugwerkende kracht vanaf 1 mei 2019 en had vervolgens een terugvordering ingesteld voor de bijstandsuitkeringen over de periode van 1 mei 2019 tot en met 31 juli 2019, alsook een boete opgelegd. Appellant had geen bezwaar gemaakt tegen de intrekking van de bijstand, maar stelde dat de intrekking onterecht was en dat de grondslag voor de terugvordering en de boete daarmee was komen te vervallen. De Raad heeft vastgesteld dat het dagelijks bestuur ten onrechte de bijstand heeft teruggevorderd en een boete heeft opgelegd. De Raad heeft de beroepen gegrond verklaard, de bestreden besluiten vernietigd en de besluiten van het dagelijks bestuur herroepen. Tevens is bepaald dat het dagelijks bestuur de griffierechten aan appellant dient te vergoeden. De uitspraak is openbaar gedaan en kan door belanghebbenden en het bestuursorgaan worden bestreden binnen zes weken na verzending van het afschrift.