ECLI:NL:CRVB:2023:2275
Centrale Raad van Beroep
- Hoger beroep
- W.F. Claessens
- J.J. Janssen
- A.M. RentemaWesterhof
- Rechtspraak.nl
Weigering van bijzondere bijstand voor griffierecht in civiele procedure door TBS-gestelde
In deze zaak heeft appellant, die onder de maatregel van terbeschikkingstelling met dwangverpleging valt, een aanvraag ingediend voor bijzondere bijstand voor de kosten van griffierecht in een civiele procedure. Het college van burgemeester en wethouders van Groningen heeft deze aanvraag afgewezen op basis van artikel 13, eerste lid, aanhef en onder a, van de Participatiewet (PW), omdat appellant in een Forensisch Psychiatrisch Centrum verblijft. Appellant heeft bezwaar gemaakt tegen deze afwijzing, maar het college heeft het besluit gehandhaafd. De rechtbank heeft het beroep van appellant ongegrond verklaard, waarna appellant hoger beroep heeft ingesteld.
Tijdens de zitting van de Centrale Raad van Beroep op 3 oktober 2023 is de zaak behandeld. Appellant was vertegenwoordigd door zijn advocaat, mr. P.N. Huisman, terwijl het college niet aanwezig was. Appellant betoogde dat zijn recht op toegang tot de rechter in het geding is, omdat hij het griffierecht moet betalen. De Raad oordeelde echter dat appellant geen recht heeft op bijzondere bijstand, aangezien hij vanwege zijn vrijheidsbeneming is uitgesloten van het recht op bijstand. De Raad bevestigde de uitspraak van de rechtbank en oordeelde dat appellant de waarborging van zijn recht op toegang tot de rechter moet aanvoeren bij de griffier van de rechterlijke instantie waar hij de civiele procedure voert.
De Raad concludeert dat het hoger beroep niet slaagt en dat de afwijzing van de aanvraag om bijzondere bijstand in stand blijft. Appellant krijgt geen vergoeding voor zijn proceskosten en het betaalde griffierecht wordt niet teruggegeven.