ECLI:NL:CRVB:2023:2271
Centrale Raad van Beroep
- Hoger beroep
- J.T.H. Zimmerman
- Rechtspraak.nl
Intrekking en terugvordering van bijstand wegens schending inlichtingenverplichting en woonplaatsvraag
In deze zaak gaat het om de vraag of appellante haar woonplaats had in de gemeente [gemeente]. De Centrale Raad van Beroep volgt het dagelijks bestuur in zijn standpunt dat dit niet het geval was, en dat het dagelijks bestuur daarom terecht de bijstand van appellante heeft ingetrokken en de kosten van bijstand van haar heeft teruggevorderd. Appellante was ingeschreven op het uitkeringsadres, maar verbleef in werkelijkheid bij haar moeder in [plaatsnaam]. De Raad oordeelt dat er geen sprake was van een tijdelijk verblijf buiten de gemeente, en dat appellante de inlichtingenverplichting heeft geschonden door niet te melden dat zij niet in de gemeente woonde.
De Raad heeft de zaak behandeld op een zitting van 9 oktober 2023, waar appellante werd vertegenwoordigd door haar advocaat, mr. C.L.J. Beljaarts. Het dagelijks bestuur werd vertegenwoordigd door D. Frijters. De Raad concludeert dat het hoger beroep van appellante niet slaagt, en bevestigt de uitspraak van de rechtbank Zeeland-West-Brabant, die het beroep tegen het bestreden besluit ongegrond had verklaard. Dit betekent dat de intrekking van de bijstand en de terugvordering in stand blijven. Appellante krijgt geen vergoeding voor haar proceskosten en het betaalde griffierecht wordt niet teruggegeven.