ECLI:NL:CRVB:2023:2260
Centrale Raad van Beroep
- Hoger beroep
- Rechtspraak.nl
Verzet tegen niet-ontvankelijk verklaring van hoger beroep wegens overschrijding beroepstermijn
In deze zaak heeft de Centrale Raad van Beroep op 24 november 2023 uitspraak gedaan in het hoger beroep van appellante, die in Marokko woont, tegen de uitspraak van de rechtbank Amsterdam van 1 februari 2022. De rechtbank had het hoger beroep van appellante niet-ontvankelijk verklaard omdat de beroepstermijn was overschreden. Appellante heeft verzet aangetekend tegen deze beslissing, stellende dat zij door haar medische toestand niet in staat was om tijdig een hogerberoepschrift in te dienen. In haar verzetschrift heeft zij stukken overgelegd ter onderbouwing van haar claim.
De Centrale Raad van Beroep heeft echter geoordeeld dat de door appellante aangevoerde redenen niet gegrond zijn. Ondanks dat appellante hulp heeft ingeroepen van haar zoon, heeft zij de beroepstermijn ruimschoots overschreden. De medische stukken die appellante heeft ingediend, zijn door de Raad niet als voldoende gegrond beschouwd om tot een ander oordeel te komen. De Raad heeft dan ook geen aanleiding gezien om het eerdere oordeel te herzien en heeft het verzet ongegrond verklaard. Er is geen aanleiding voor een veroordeling in de proceskosten.
De uitspraak is gedaan door de enkelvoudige kamer, waarbij J.C. Boeree als lid van de kamer fungeerde en L.C. van Bentum als griffier optrad. De uitspraak is openbaar gemaakt op 1 december 2023.