ECLI:NL:CRVB:2023:2253
Centrale Raad van Beroep
- Hoger beroep
- Rechtspraak.nl
Afwijzing van een aanvraag voor zorg op grond van de Wet langdurige zorg (Wlz) wegens gebrek aan blijvende behoefte aan 24 uur per dag zorg in de nabijheid
Deze uitspraak betreft het hoger beroep van appellante tegen de afwijzing van haar aanvraag voor zorg op grond van de Wet langdurige zorg (Wlz) door het CIZ. De Centrale Raad van Beroep bevestigt de uitspraak van de rechtbank Gelderland, waarin werd geoordeeld dat appellante geen blijvende behoefte heeft aan 24 uur per dag zorg in de nabijheid. Appellante, geboren in 1993 en bekend met het Ehlers Danlos syndroom, had op 15 januari 2020 een aanvraag ingediend voor zorg. Het CIZ heeft deze aanvraag afgewezen op basis van medische adviezen die stelden dat appellante in staat is om zelf de regie over haar leven te voeren en dat er geen ernstige beperkingen zijn vastgesteld op het gebied van sociale redzaamheid.
De Raad oordeelt dat het CIZ de afwijzing van de aanvraag mocht baseren op de medische adviezen en dat er geen noodzaak was voor een persoonlijk onderzoek door een arts. De Raad concludeert dat de door appellante ingebrachte medische adviezen niet leiden tot een ander oordeel, omdat deze niet zijn onderbouwd door een ter zake gespecialiseerde arts. De Raad bevestigt dat er onvoldoende bewijs is voor een blijvende behoefte aan 24 uur per dag zorg in de nabijheid, waardoor appellante niet in aanmerking komt voor zorg op grond van de Wlz. De uitspraak van de rechtbank wordt bevestigd en de afwijzing van de aanvraag blijft in stand.