Uitspraak
8 september 2020, 19/1225 (aangevallen uitspraak)
PROCESVERLOOP
17 mei 2019 (bestreden besluit) bij de weigering van de Wajong-uitkering gebleven.
mr. I. Smit.
OVERWEGINGEN
Samenvatting
Inleiding
Het oordeel van de Raad
– zoals Bruning stelt – alleen arbeid zou kunnen verrichten onder beschutte omstandigheden en met intensieve begeleiding, staat dat niet in de weg aan het aannemen van basale werknemersvaardigheden en arbeidsvermogen. [2] De uitspraak van de Raad van 28 april 2021, ECLI:NL:CRVB:2021:979, waar appellante naar verwijst, ziet op een andere situatie dan die van appellante. In deze uitspraak is geoordeeld dat van een economische loonwaarde geen sprake meer is als een werkgever voor een werknemer die slechts twee uur per dag werkzaam kan zijn, ook nog beschutte omstandigheden zou moeten realiseren. Dit is in het geval van appellante niet aan de orde aangezien zij gedurende vier uur per dag belastbaar is zodra zij geen revalidatiebehandeling meer volgt.
4.6. Aangezien er geen aanleiding is voor twijfel aan de juistheid van de conclusie van het Uwv dat het ontbreken van arbeidsvermogen bij appellante op 16 oktober 2018 niet duurzaam is, is er geen reden om een deskundige in te schakelen. De Raad ziet ook geen aanleiding om appellante in de gelegenheid te stellen verzekeringsarts Bruning om een nadere toelichting te vragen. Diens medische bevindingen zijn duidelijk en leiden – anders dan appellante meent – niet tot de conclusie dat appellante duurzaam geen arbeidsvermogen heeft.
4.7. Uit 4.4 tot en met 4.6 volgt dat de rechtbank het Uwv terecht heeft gevolgd in zijn standpunt dat het ontbreken van arbeidsvermogen van appellante op 16 oktober 2018 niet duurzaam was en appellante daarom niet als jonggehandicapte is aan te merken.
Conclusie en gevolgen
BESLISSING
De Centrale Raad van Beroep bevestigt de aangevallen uitspraak.
Bijlage
Jonggehandicapte is de ingezetene die:
a. op de dag waarop hij achttien jaar wordt als rechtstreeks en objectief medisch vast te stellen gevolg van ziekte, gebrek, zwangerschap of bevalling duurzaam geen mogelijkheden tot arbeidsparticipatie heeft;
b. na de in onderdeel a bedoelde dag als rechtstreeks en objectief medisch vast te stellen gevolg van ziekte, gebrek, zwangerschap of bevalling duurzaam geen mogelijkheden tot arbeidsparticipatie heeft en in het jaar, onmiddellijk voorafgaand aan de dag waarop dit is ingetreden, gedurende ten minste zes maanden studerende was.
Onder duurzaam geen mogelijkheden tot arbeidsparticipatie hebben wordt in dit hoofdstuk en de daarop berustende bepalingen de situatie verstaan waarin de mogelijkheden tot arbeidsparticipatie zich niet kunnen ontwikkelen.