ECLI:NL:CRVB:2023:2183
Centrale Raad van Beroep
- Hoger beroep
- Rechtspraak.nl
Niet-ontvankelijkheid hoger beroep wegens gebrek aan procesbelang na toekenning ZW-uitkering
In deze zaak heeft de Centrale Raad van Beroep op 15 november 2023 uitspraak gedaan in het hoger beroep van appellant tegen een eerdere uitspraak van de rechtbank Midden-Nederland. Appellant had in eerste instantie een aanvraag voor een Ziektewet (ZW) uitkering ingediend, welke door het Uitvoeringsinstituut werknemersverzekeringen (Uwv) was afgewezen. Na bezwaar en een ongegrondverklaring door de rechtbank, heeft appellant hoger beroep ingesteld. Tijdens de procedure heeft het Uwv echter op 13 juli 2023 alsnog besloten om appellant met terugwerkende kracht vanaf 1 juni 2011 een ZW-uitkering toe te kennen.
De Raad heeft vastgesteld dat het Uwv volledig tegemoet is gekomen aan de bezwaren van appellant, waardoor er geen procesbelang meer bestaat voor het hoger beroep. De Raad heeft overwogen dat het resultaat dat appellant nastreeft, namelijk een oordeel over de eerdere uitspraak van de rechtbank, geen feitelijke betekenis meer heeft, aangezien het Uwv de uitkering heeft toegekend. Appellant heeft geen verzoek om schadevergoeding ingediend, wat ook bijdraagt aan het ontbreken van procesbelang.
De conclusie van de Raad is dat het hoger beroep niet-ontvankelijk wordt verklaard, en appellant krijgt geen vergoeding voor zijn proceskosten of het griffierecht. De uitspraak is openbaar gedaan en ondertekend door de voorzitter en de griffier.