ECLI:NL:CRVB:2023:2135
Centrale Raad van Beroep
- Hoger beroep
- Rechtspraak.nl
Hoger beroep inzake geschiktheid van functies en medisch onderzoek in het kader van de Ziektewet
In deze zaak heeft de Centrale Raad van Beroep op 9 november 2023 uitspraak gedaan in hoger beroep tegen een eerdere uitspraak van de rechtbank Oost-Brabant. Appellant, die zich ziek had gemeld na twee auto-ongelukken, was in beroep gegaan tegen een besluit van het Uwv dat zijn recht op ziekengeld had beëindigd. De rechtbank had het beroep ongegrond verklaard, waarbij zij oordeelde dat de medische rapporten zorgvuldig tot stand waren gekomen en geen tegenstrijdigheden vertoonden. In hoger beroep heeft appellant aangevoerd dat zijn fysieke en psychische beperkingen onjuist waren vastgesteld en dat de medische informatie onvoldoende was meegewogen. Het Uwv heeft in hoger beroep een aanvullend medisch onderzoek laten uitvoeren, waaruit bleek dat de eerdere conclusies over de belastbaarheid van appellant juist waren. De Raad oordeelde dat er geen twijfel bestond over de medische grondslag van het bestreden besluit en dat de geselecteerde functies geschikt waren voor appellant. Het zorgvuldigheidsgebrek dat in de primaire fase was geconstateerd, was in hoger beroep hersteld. De Raad bevestigde de aangevallen uitspraak en veroordeelde het Uwv in de proceskosten van appellant, die in totaal € 3.766,50 bedroegen, inclusief griffierechten.