ECLI:NL:CRVB:2023:2130

Centrale Raad van Beroep

Datum uitspraak
15 november 2023
Publicatiedatum
15 november 2023
Zaaknummer
23/1009 AOR
Instantie
Centrale Raad van Beroep
Type
Uitspraak
Rechtsgebied
Bestuursrecht; Socialezekerheidsrecht
Procedures
  • Herziening
Rechters
Vindplaatsen
  • Rechtspraak.nl
AI samenvatting door LexboostAutomatisch gegenereerd

Afwijzing verzoek om herziening van de uitspraak inzake vergoeding van medicijnen voor suikerziekte in relatie tot oorlogsomstandigheden

Op 15 november 2023 heeft de Centrale Raad van Beroep uitspraak gedaan in de zaak van verzoeker, die sinds 1 mei 2011 als oorlogsslachtoffer is erkend op basis van psychische invaliditeit. Verzoeker had in februari 2022 een verzoek ingediend voor vergoeding van medicijnen voor zijn suikerziekte, maar dit verzoek werd op 16 juni 2022 afgewezen door de Raad van bestuur van de Sociale verzekeringsbank. De afwijzing was gebaseerd op het feit dat de suikerziekte niet in verband staat met de oorlogsomstandigheden, maar voortkomt uit andere oorzaken. Verzoeker heeft hiertegen beroep aangetekend, maar de Raad verklaarde dit beroep ongegrond in zijn uitspraak van 1 februari 2023.

In zijn verzoek om herziening, ingediend op 11 maart 2023, stelde verzoeker dat wetenschappelijke studies een verband zouden aantonen tussen oorlogsomstandigheden en diabetes. De Raad heeft het verzoek om herziening behandeld op een zitting op 4 oktober 2023, waarbij verzoeker aanwezig was en verweerder vertegenwoordigd werd door A.L. van der Wiel. De Raad oordeelde dat het bijzondere rechtsmiddel van herziening niet bedoeld is voor een hernieuwde discussie over de eerdere uitspraak, maar enkel voor het herstellen van een uitspraak die berust op een onjuist feitelijk uitgangspunt.

De Raad concludeerde dat verzoeker geen nieuwe feiten of omstandigheden heeft aangedragen die aan de strikte voorwaarden van artikel 8:119 van de Algemene wet bestuursrecht voldoen. De eerder overgelegde medische documentatie was al betrokken bij de eerdere uitspraak en leidde niet tot het gewenste resultaat. Daarom werd het verzoek om herziening afgewezen, en kreeg verzoeker geen vergoeding van proceskosten of terugbetaling van griffierecht.

Uitspraak

23/1009 AOR
Datum uitspraak: 15 november 2023
Centrale Raad van Beroep
Enkelvoudige kamer
Uitspraak op het verzoek om herziening van de uitspraak van de Raad van 1 februari 2023, 22/2211 AOR
Partijen:
[verzoeker] te [woonplaats] (verzoeker)
de Raad van bestuur van de Sociale verzekeringsbank (verweerder)
PROCESVERLOOP
Verzoeker is met ingang van 1 mei 2011 op grond van psychische invaliditeit erkend als oorlogsslachtoffer in de zin de Algemene Oorlogsongevallenregeling (AOR). Om die reden is hij in aanmerking gebracht voor een invaliditeitsuitkering en kan hij aanspraak maken op vrije geneeskundige behandeling en verpleging in verband met zijn psychisch oorlogsletsel.
In februari 2022 heeft verzoeker verzocht om vergoeding van de medicijnen in verband met zijn suikerziekte. Op 5 april 2022, na bezwaar gehandhaafd met een besluit van 16 juni 2022 heeft verweerder het verzoek afgewezen omdat in 2011 al is geoordeeld dat de bij verzoeker aanwezige suikerziekte niet in verband staat met de oorlogsomstandigheden in de zin van de AOR, maar is ontstaan door andere oorzaken. Verweerder heeft dan ook geen aanleiding gezien het eerder ingenomen standpunt te wijzigen.
Met zijn uitspraak van 1 februari 2023 [1] heeft de Raad het tegen het besluit van 16 juni 2022 ingestelde beroep ongegrond verklaard en geoordeeld dat de stelling van verzoeker dat wetenschappelijke studies uitwijzen dat er een verband kan bestaan tussen oorlogsomstandigheden enerzijds en diabetes anderzijds, niet tot een ander oordeel kan leiden. Het zijn medische opvattingen van algemene aard, die niet zien op de specifieke medische situaties van verzoeker. Bovendien moet er sprake zijn van een verband met de in het specifieke geval van appellant erkende AOR-omstandigheden om aanspraak te kunnen maken op de gevraagde vergoeding.
Verzoeker heeft bij brief van 11 maart 2023 verzocht om herziening van de uitspraak van de Raad van 1 februari 2023.
De Raad heeft het verzoek behandeld op een zitting van 4 oktober 2023. Verzoeker is verschenen. Verweerder heeft zich laten vertegenwoordigen door A.L van der Wiel.

OVERWEGINGEN

1.1.
Op grond van artikel 8:119, eerste lid, van de Algemene wet bestuursrecht (Awb) kan de Raad op verzoek van een partij een onherroepelijk geworden uitspraak herzien op grond van feiten of omstandigheden die:
a. hebben plaatsgevonden vóór de uitspraak;
b. bij de indiener van het verzoekschrift vóór de uitspraak niet bekend waren en redelijkerwijs niet bekend konden zijn, en;
c. waren zij bij de Raad eerder bekend geweest, tot een andere uitspraak zouden hebben kunnen leiden.
1.2.
Verzoeker heeft bij zijn verzoek om herziening verwezen naar eerder overgelegde medische documentatie en zijn standpunt herhaald dat uit die stukken blijkt dat personen die de Tweede Wereldoorlog hebben meegemaakt grotere kans hebben op verschillende ziektes waaronder diabetes.
1.3.
Het bijzondere rechtsmiddel van herziening is niet bedoeld om een hernieuwde discussie over de betreffende uitspraak te voeren of te openen, maar om een rechterlijke uitspraak die berust op een naderhand onjuist gebleken feitelijk uitgangspunt te herstellen. Dit kan alleen als is voldaan aan de strikte, cumulatieve voorwaarden van artikel 8:119, eerste lid, van de Awb. Verzoeker heeft bij zijn verzoek geen feiten of omstandigheden als bedoeld in artikel 8:119 van de Awb naar voren gebracht. De door verzoeker aangehaalde medische documentatie is al betrokken bij de procedure waarin de Raad op 1 februari 2023 uitspraak heeft gedaan en heeft ook toen niet tot het door verzoeker gewenste resultaat kunnen leiden.

Conclusie en gevolgen

2. Het verzoek om herziening moet worden afgewezen.
3. Verzoeker krijgt daarom geen vergoeding van zijn proceskosten. Hij krijgt ook het betaalde griffierecht niet terug.

BESLISSING

De Centrale Raad van Beroep wijst het verzoek om herziening af.
Deze uitspraak is gedaan door H. Lagas, in tegenwoordigheid van C.K. Teunissen als griffier. De beslissing is uitgesproken in het openbaar op 15 november 2023.
(getekend) H. Lagas
(getekend) C.K. Teunissen