Uitspraak
22.2211 AOR
.
Centrale Raad van Beroep
In deze zaak heeft de Centrale Raad van Beroep op 1 februari 2023 uitspraak gedaan in het hoger beroep van appellant tegen de Raad van bestuur van de Sociale verzekeringsbank. Appellant, geboren in 1943, is erkend als oorlogsslachtoffer op grond van psychisch oorlogsletsel en ontvangt een invaliditeitsuitkering. In februari 2022 heeft hij verzocht om vergoeding van medicijnen voor zijn suikerziekte, maar dit verzoek is afgewezen door verweerder. De afwijzing is gebaseerd op het feit dat in 2011 al was geoordeeld dat er geen verband bestaat tussen de suikerziekte van appellant en de oorlogsomstandigheden die hij heeft meegemaakt. Verweerder heeft medische adviezen ingeroepen die bevestigen dat de suikerziekte een constitutionele aandoening is en niet veroorzaakt is door de oorlogsomstandigheden. De Raad heeft geoordeeld dat het bestreden besluit deugdelijk is voorbereid en gemotiveerd, en dat er geen nieuwe medische gegevens zijn die tot een ander oordeel zouden moeten leiden. De stelling van appellant dat wetenschappelijke studies een verband zouden kunnen aantonen, werd niet als voldoende onderbouwd beschouwd. De Raad heeft het beroep van appellant ongegrond verklaard en geen aanleiding gezien voor een veroordeling in de proceskosten.