ECLI:NL:CRVB:2023:2029
Centrale Raad van Beroep
- Hoger beroep
- Rechtspraak.nl
Afwijzing verzoek om voorlopige voorziening voor bijzondere bijstand medicinale cannabis
In deze zaak heeft de Centrale Raad van Beroep op 26 oktober 2023 uitspraak gedaan over een verzoek om voorlopige voorziening van verzoekster, die bijzondere bijstand voor de kosten van medicinale cannabis heeft aangevraagd. Het college van burgemeester en wethouders van Stede Broec heeft deze aanvraag afgewezen, met als argument dat de Zorgverzekeringswet een voorliggende voorziening is en dat er geen zeer dringende redenen zijn om bijzondere bijstand te verlenen. Verzoekster heeft hiertegen bezwaar gemaakt en is in hoger beroep gegaan. De rechtbank Noord-Holland heeft het beroep ongegrond verklaard en het besluit van het college in stand gelaten. Verzoekster heeft vervolgens een verzoek om voorlopige voorziening ingediend, waarin zij stelt dat zij een actueel spoedeisend belang heeft bij het verlenen van bijzondere bijstand.
De voorzieningenrechter heeft echter geoordeeld dat verzoekster niet aannemelijk heeft gemaakt dat haar acute noodsituatie enkel door het verlenen van bijzondere bijstand voor medicinale cannabis kan worden verholpen. De rechtbank had een onafhankelijke deskundige benoemd, die concludeerde dat er geen zeer dringende redenen zijn en dat er andere behandelingsmogelijkheden zijn die nog niet zijn geprobeerd. De voorzieningenrechter heeft vastgesteld dat de aangevallen uitspraak naar verwachting in stand zal blijven en heeft het verzoek om voorlopige voorziening afgewezen. De voorzieningenrechter heeft geen uitspraak gedaan in de hoofdzaak, omdat verzoekster heeft aangegeven haar standpunt nader te willen onderbouwen met medische informatie.