ECLI:NL:CRVB:2023:2020
Centrale Raad van Beroep
- Hoger beroep
- Rechtspraak.nl
Afwijzing van een aanvraag voor een maatwerkvoorziening bestaande uit een elektrische fiets op basis van onvoldoende medewerking en medische noodzaak
In deze uitspraak van de Centrale Raad van Beroep wordt de afwijzing van een aanvraag voor een maatwerkvoorziening, in dit geval een elektrische fiets, behandeld. Appellant, die lijdt aan chronische pijnklachten, had een aanvraag ingediend op basis van de Wet maatschappelijke ondersteuning 2015 (Wmo 2015). Het college van burgemeester en wethouders van Zaanstad heeft deze aanvraag afgewezen, omdat niet kon worden vastgesteld of er een medische noodzaak was voor de elektrische fiets. Appellant heeft bezwaar gemaakt tegen deze afwijzing, maar het college handhaafde zijn besluit. De rechtbank Noord-Holland verklaarde het beroep van appellant ongegrond, waarna appellant hoger beroep instelde.
De Raad voor de Rechtspraak heeft de zaak op 24 oktober 2023 behandeld. Tijdens de zitting is gebleken dat appellant gebruik heeft gemaakt van zijn blokkeringsrecht, waardoor het college niet in staat was om een medisch advies te verkrijgen dat nodig was om de medische noodzaak vast te stellen. De Raad concludeert dat het college terecht heeft geoordeeld dat de aanvraag voor de elektrische fiets niet kon worden goedgekeurd, omdat appellant onvoldoende medewerking heeft verleend. De Raad bevestigt de uitspraak van de rechtbank en stelt vast dat de afwijzing van de aanvraag in stand blijft. Appellant krijgt geen vergoeding voor proceskosten en het betaalde griffierecht wordt niet teruggegeven.