Uitspraak
Wet werk en inkomen naar arbeidsvermogen (Wet WIA) toegekend en daarbij de mate van arbeidsongeschiktheid vastgesteld op 44,79%. Appellant heeft daartegen bezwaar gemaakt, maar het Uwv is met een besluit van 2 maart 2020 (bestreden besluit) bij de vaststelling van de mate van arbeidsongeschiktheid gebleven.
OVERWEGINGEN
23 december 2020 van arbeidsdeskundige J. de Bondt van de Arbodienst. Diens conclusie wordt echter niet gedragen door een kenbare medische onderbouwing. De door appellant gebruikte medicatie was al bekend bij de verzekeringsarts bezwaar en beroep dan wel is pas na de datum in geding aan de orde, terwijl appellant niet aannemelijk heeft gemaakt dat hieruit beperkingen kunnen volgen waarmee nog geen rekening is gehouden. De door appellant ingediende informatie van de behandelend sector was al bekend bij de (verzekerings)artsen. Uit het feit dat aan appellant een gehandicaptenparkeerkaart is verstrekt volgt niet dat appellants beperkingen onjuist zijn vastgesteld. Uitgaande van de juistheid van de FML vindt de rechtbank de functies geschikt. De arbeidsdeskundige bezwaar en beroep heeft inzichtelijk gemotiveerd dat voor de functie van administratief medewerker
(document scannen) (SBC-code 315133) geen specifieke computervaardigheid vereist is en dat het computergebruik in deze functie uiterst eenvoudig en snel aan te leren is. Niet gebleken is dat appellant als gevolg van ziekte of gebrek zoals bedoeld in
artikel 9, aanhef en onder a, van het Schattingsbesluit arbeidsongeschiktheidswetten
(hierna: Schattingsbesluit) niet in staat zou zijn om dit eenvoudige computergebruik, zo al vereist, aan te leren. De arbeidsdeskundige bezwaar en beroep heeft voorts voldoende gemotiveerd dat appellant door het volgen van LTS-onderwijs, hoewel hij dit niet met een diploma heeft afgesloten, beschikt over het in een van de geduide functies verlangde
vmbo-niveau. Een vmbo-diploma is dus niet vereist. De mate van arbeidsongeschiktheid van appellant is dan ook juist vastgesteld.
administratief medewerker (SBC-code 315133) niet geschikt voor appellant omdat deze functie een afgerond vmbo-niveau vereist en appellant dat niet heeft. Daarnaast kan hij geen computer bedienen. Bij werkgeefster wordt voor dit soort functies een afgeronde mboopleiding gevraagd in een administratieve richting of vmbo-t en computervaardigheid. Het is volgens De Bondt niet realistisch te verwachten dat appellant dit niveau binnen een half jaar zal kunnen bereiken en administratief vaardig wordt, gelet op zijn niet afgeronde technische opleiding en eenzijdige arbeidservaring mede in relatie tot zijn beperkingen. Appellant heeft voorts aangevoerd dat de rechtbank er ten onrechte vanuit is gegaan dat appellant LTSonderwijs heeft gevolgd en hierdoor beschikt over het in de geselecteerde functies verlangde vmbo-niveau. Appellant was door zijn gezinssituatie niet steeds in staat om LTSonderwijs te volgen. Appellant blijft dan ook van mening dat de geduide functies ongeschikt voor hem zijn en dat aan hem een IVA-uitkering dient te worden toegekend. Ter onderbouwing van zijn standpunt heeft appellant verwezen naar informatie van de huisarts, neuroloog en bedrijfsarts en een rapport van 30 april 2021 van een medisch adviseur in een letselschadezaak.
Claimbeoordelings- en Borgingssysteem (CBBS) wel passende functies voor appellant zijn gevonden.
(SBC-code 315133) wordt niet gevolgd. Appellant heeft aangevoerd dat intern voor deze functie een afgeronde mbo-opleiding wordt gevraagd in een administratieve richting of dat vmbo-t en computervaardigheid wordt gevraagd. Voor de in het CBBS geselecteerde functie wordt echter volgens de Arbeidsmogelijkhedenlijst een opleidingsniveau 2 gevraagd. Volgens de Basisinformatie CBBS wil dat zeggen dat de functionaris basisonderwijs (in Nederland of in het buitenland) met een diploma of certificaat en eventueel enkele jaren (klassen) vervolgonderwijs zonder diploma (zoals vmbo, vbo, mavo-niveau) heeft gevolgd. De functionaris moet kunnen lezen, schrijven en rekenen op eind basisschoolniveau. Er is in de functie sprake van een minimale persoonlijke invulling. Problemen kunnen in de functie voorkomen, maar zijn praktisch van aard en kunnen via de werkroutine worden opgelost. Niet is gebleken dat appellant hieraan niet voldoet. Appellant heeft basisonderwijs afgerond en een volledige LTS doorlopen maar geen diploma behaald, daarmee beschikt hij over een vmboniveau. Dat appellant zoals hij heeft aangevoerd vanwege de situatie thuis tijdens zijn jeugd praktisch het LTS niet heeft kunnen volgen, heeft hij op geen enkele manier onderbouwd. Wat betreft het door appellant gestelde gebrek aan computervaardigheden wordt de rechtbank niet gevolgd in haar verwijzing naar de fictie van artikel 9, aanhef en onder a, van het Schattingsbesluit, dat ervan mag worden uitgegaan dat appellant bekwaam is in eenvoudig computergebruik dan wel dat appellant dit binnen zes maanden kan verwerven. Deze fictie gaat volgens vaste rechtspraak op voor functies op opleidingsniveau 1. [1] De arbeidsdeskundige bezwaar en beroep heeft in zijn rapport van 21 april 2020 echter afdoende toegelicht dat het computergebruik in de functie van administratief medewerker uiterst eenvoudig is en ook eenvoudig en snel is aan te leren. Dat appellant vanwege zijn opleiding, werkervaring en medische beperkingen hiertoe niet in staat is, is onvoldoende onderbouwd. De gestelde, beperkte computervaardigheden van appellant geven dan ook geen reden om aan te nemen dat appellant niet geschikt is voor de geselecteerde functie van administratief medewerker. Ook van de overige functies is voldoende gemotiveerd dat appellant, gelet op zijn beperkingen en bekwaamheden, in staat wordt geacht deze te vervullen.