ECLI:NL:CRVB:2023:1959
Centrale Raad van Beroep
- Hoger beroep
- Rechtspraak.nl
Hoger beroep inzake toekenning WGA-uitkering en afwijzing IVA-uitkering wegens gebrek aan duurzaam arbeidsongeschiktheid
In deze zaak heeft de Centrale Raad van Beroep op 18 oktober 2023 uitspraak gedaan in het hoger beroep van appellant tegen de beslissing van het Uwv om geen IVA-uitkering toe te kennen. Appellant had eerder een loongerelateerde WGA-uitkering ontvangen, maar het Uwv stelde vast dat hij niet duurzaam volledig arbeidsongeschikt was. De rechtbank Rotterdam had het beroep van appellant tegen deze beslissing ongegrond verklaard. Appellant voerde aan dat het medisch onderzoek van het Uwv niet zorgvuldig was en dat zijn fysieke en psychische beperkingen onvoldoende waren meegewogen. De Raad oordeelde dat er geen aanleiding was om te twijfelen aan de juistheid van het bestreden besluit. De medische informatie die appellant uit Turkije had ingebracht, werd niet als voldoende relevant beschouwd, omdat deze niet in het Nederlands was vertaald en bovendien dateerde van voor de datum in geding. De Raad bevestigde de eerdere uitspraak van de rechtbank en oordeelde dat appellant op de datum in geding, 30 december 2020, weliswaar volledig arbeidsongeschikt was, maar niet duurzaam. De Raad concludeerde dat het hoger beroep niet slaagde en bevestigde de aangevallen uitspraak zonder veroordeling in proceskosten.