ECLI:NL:CRVB:2023:1959

Centrale Raad van Beroep

Datum uitspraak
18 oktober 2023
Publicatiedatum
23 oktober 2023
Zaaknummer
22/1868 WIA
Instantie
Centrale Raad van Beroep
Type
Uitspraak
Rechtsgebied
Bestuursrecht; Socialezekerheidsrecht
Procedures
  • Hoger beroep
Vindplaatsen
  • Rechtspraak.nl
AI samenvatting door LexboostAutomatisch gegenereerd

Hoger beroep inzake toekenning WGA-uitkering en afwijzing IVA-uitkering wegens gebrek aan duurzaam arbeidsongeschiktheid

In deze zaak heeft de Centrale Raad van Beroep op 18 oktober 2023 uitspraak gedaan in het hoger beroep van appellant tegen de beslissing van het Uwv om geen IVA-uitkering toe te kennen. Appellant had eerder een loongerelateerde WGA-uitkering ontvangen, maar het Uwv stelde vast dat hij niet duurzaam volledig arbeidsongeschikt was. De rechtbank Rotterdam had het beroep van appellant tegen deze beslissing ongegrond verklaard. Appellant voerde aan dat het medisch onderzoek van het Uwv niet zorgvuldig was en dat zijn fysieke en psychische beperkingen onvoldoende waren meegewogen. De Raad oordeelde dat er geen aanleiding was om te twijfelen aan de juistheid van het bestreden besluit. De medische informatie die appellant uit Turkije had ingebracht, werd niet als voldoende relevant beschouwd, omdat deze niet in het Nederlands was vertaald en bovendien dateerde van voor de datum in geding. De Raad bevestigde de eerdere uitspraak van de rechtbank en oordeelde dat appellant op de datum in geding, 30 december 2020, weliswaar volledig arbeidsongeschikt was, maar niet duurzaam. De Raad concludeerde dat het hoger beroep niet slaagde en bevestigde de aangevallen uitspraak zonder veroordeling in proceskosten.

Uitspraak

22/1868 WIA
Centrale Raad van Beroep
Enkelvoudige kamer
Uitspraak op het hoger beroep tegen de uitspraak van de rechtbank Rotterdam van 9 mei 2022, 21/4380 (aangevallen uitspraak)
Partijen:
[appellant] te [woonplaats] (appellant)
de Raad van bestuur van het Uitvoeringsinstituut werknemersverzekeringen (Uwv)
Datum uitspraak: 18 oktober 2023

PROCESVERLOOP

Namens appellant heeft mr. A.L. Kuit, advocaat, hoger beroep ingesteld en nadere stukken overgelegd.
Het Uwv heeft een verweerschrift ingediend.
Het onderzoek ter zitting heeft plaatsgevonden op 6 september 2023. Appellant is niet verschenen. Het Uwv heeft zich laten vertegenwoordigen door W.L.J. Weltevrede.

OVERWEGINGEN

1.1.
Bij besluit van 12 november 2020 heeft het Uwv appellant na afloop van de voorgeschreven wachttijd met ingang van 30 december 2020 een loongerelateerde WGAuitkering op grond van de Wet werk en inkomen naar arbeidsvermogen (Wet WIA) toegekend. De mate van arbeidsongeschiktheid is daarbij vastgesteld op 80 tot 100%.
1.2.
Het bezwaar van appellant tegen dit besluit heeft het Uwv bij besluit van 7 juli 2021 (bestreden besluit) ongegrond verklaard. Daarbij heeft het Uwv zich op het standpunt gesteld dat geen IVA-uitkering wordt toegekend, omdat geen sprake is van duurzame volledige arbeidsongeschiktheid. Aan het bestreden besluit ligt een rapport van een verzekeringsarts bezwaar en beroep van 15 juni 2021, een gewijzigde Functionele Mogelijkhedenlijst (FML) van dezelfde datum en een rapport van een arbeidsdeskundige bezwaar en beroep van 5 juli 2021 ten grondslag.
2. Bij de aangevallen uitspraak heeft de rechtbank het beroep van appellant tegen het bestreden besluit ongegrond verklaard. Naar het oordeel van de rechtbank heeft het Uwv terecht beslist dat appellant op 30 december 2020 volledig, maar niet duurzaam arbeidsongeschikt is.
2.1.
Naar het oordeel van de rechtbank heeft de verzekeringsarts bezwaar en beroep voldoende uitgelegd waarom niet alle beperkingen van appellant als duurzaam worden aangemerkt. Naar aanleiding van de door appellant in beroep overgelegde medische informatie heeft de verzekeringsarts bezwaar en beroep in zijn rapport van 23 september 2021 gemotiveerd dat de psychische beperkingen van appellant niet duurzaam zijn. Daarbij is overwogen dat appellant weliswaar al jaren onder behandeling is, maar dat tot aan het bezoek van appellant bij de nieuwe behandelaar, appellant en zijn behandelmogelijkheden vanwege een taalbarrière niet goed in beeld zijn gebracht. Met adequate behandeling verwacht de verzekeringsarts bezwaar en beroep uiteindelijk een volledig herstel op psychisch vlak. Geconcludeerd wordt dat met adequate behandeling tenminste een redelijke kans op verbetering bestaat, waardoor deze beperkingen niet geacht worden duurzaam te zijn. De rechtbank heeft de verzekeringsarts bezwaar en beroep in deze motivering gevolgd en geoordeeld dat van duurzaam volledige arbeidsongeschiktheid geen sprake is.
3.1.
Appellant heeft in hoger beroep zijn standpunt gehandhaafd dat het medisch onderzoek van het Uwv niet zorgvuldig heeft plaatsgevonden, nu door hem ingebrachte medische informatie uit Turkije niet dan wel onvoldoende is meegewogen. De ernst van zijn fysieke beperkingen, welke zijn onderschat, maken al dat hij in aanmerking zou moeten komen voor een IVA-uitkering. Om deze reden zijn de geselecteerde functies medisch niet geschikt. Met betrekking tot zijn psychische klachten heeft appellant aangevoerd dat de mogelijk verwachte verbetering niet aannemelijk is, nu hij al meer dan tien jaar onder behandeling is.
3.2.
Het Uwv heeft verzocht de aangevallen uitspraak te bevestigen.
4. De Raad komt tot de volgende beoordeling.
4.1.
Tussen partijen is niet in geschil dat appellant volledig arbeidsongeschikt is. Gelet op de door partijen ingenomen standpunten, ligt de vraag voor of de arbeidsongeschiktheid van appellant op de datum in geding, 30 december 2020, moet worden geacht volledig en duurzaam te zijn, zodat appellant op grond van artikel 47 van de Wet WIA recht heeft op een IVA- in plaats van een WGA-uitkering.
4.2.
Volledig en duurzaam arbeidsongeschikt is volgens artikel 4, eerste lid, van de Wet WIA hij die als rechtstreeks en objectief medisch vast te stellen gevolg van ziekte, gebrek, zwangerschap of bevalling duurzaam slechts in staat is om met arbeid ten hoogste 20% te verdienen van het maatmaninkomen per uur. Op grond van het tweede lid wordt onder duurzaam verstaan een medisch stabiele of verslechterende situatie. Volgens het derde lid wordt onder duurzaam mede verstaan een medische situatie waarbij op lange termijn een geringe kans op herstel bestaat.
4.3.
De gronden die appellant in hoger beroep heeft aangevoerd zijn in essentie een herhaling van wat hij in beroep heeft aangevoerd. Met de rechtbank wordt geoordeeld dat geen aanleiding bestaat om te twijfelen aan de juistheid van het bestreden besluit. De overwegingen die aan het oordeel van de rechtbank ten grondslag liggen worden geheel onderschreven. Daaraan wordt toegevoegd dat de medische informatie uit Turkije, die appellant desgevraagd in hoger beroep heeft overgelegd, niet tot een ander oordeel leidt. De informatie is gesteld in een vreemde taal en appellant heeft, ondanks een toezegging hiertoe, geen zorg gedragen voor een Nederlandse vertaling. De Raad blijft zodoende –evenals het Uwv – in het ongewisse over de inhoud ervan. Uit deze stukken wordt wel duidelijk, zoals ook door appellant is erkend, dat ze dateren uit 2011. Nu dit ruim voor de datum in geding is, kan het niet bij de beoordeling per datum in geding worden betrokken. Appellant heeft verder geen nadere medische informatie overgelegd ter onderbouwing van zijn standpunt dat zijn beperkingen door het Uwv zijn onderschat. Dit standpunt vindt ook geen bevestiging in de in het dossier aanwezige en door de verzekeringsarts bezwaar en beroep inzichtelijk en navolgbaar bij de beoordeling betrokken informatie. De Raad ziet geen reden om de conclusies van de verzekeringsarts bezwaar en beroep en de daaraan ten grondslag liggende motivering voor onjuist te houden.
4.4.
Uit 4.1 tot en met 4.3 volgt dat het hoger beroep niet slaagt. De aangevallen uitspraak zal worden bevestigd.
5. Voor een veroordeling in de proceskosten bestaat geen aanleiding.

BESLISSING

De Centrale Raad van Beroep bevestigt de aangevallen uitspraak.
Deze uitspraak is gedaan door S.B. Smit-Colenbrander, in tegenwoordigheid van I. Gök als griffier. De beslissing is uitgesproken in het openbaar op 18 oktober 2023.