Uitspraak
OVERWEGINGEN
Samenvatting
Inleiding
Het oordeel van de Raad
Conclusie en gevolgen
BESLISSING
- bevestigt de aangevallen uitspraak;
- verklaart het beroep tegen het besluit van 21 februari 2023 ongegrond.
Centrale Raad van Beroep
In deze uitspraak van de Centrale Raad van Beroep op 11 oktober 2023, wordt de afwijzing van de aanvraag van appellant om zorg op grond van de Wet langdurige zorg (Wlz) door het CIZ behandeld. Appellant, geboren in 2009, heeft een aanvraag ingediend voor Wlz-zorg, maar het CIZ heeft deze aanvraag afgewezen op basis van het feit dat er geen blijvende behoefte aan 24 uur per dag zorg in de nabijheid kon worden vastgesteld. De rechtbank heeft de afwijzing van het CIZ in stand gelaten, wat appellant heeft doen besluiten om hoger beroep aan te tekenen.
De Raad is van mening dat de rechtbank terecht heeft geoordeeld dat appellant op het moment van de aanvraag geen toegang had tot de Wlz. De Raad bevestigt dat het CIZ het zorgprofiel VG04 ‘Wonen met begeleiding en intensieve verzorging’ als het meest passende zorgprofiel heeft gekozen. De Raad oordeelt dat er geen aanleiding is voor een eerdere ingangsdatum van de indicatie dan de door het CIZ gekozen datum van 6 februari 2023. De Raad heeft de zaak behandeld op een zitting waar de ouders van appellant en een zorgcoach aanwezig waren, en heeft de argumenten van beide partijen zorgvuldig gewogen.
Uiteindelijk komt de Raad tot de conclusie dat het hoger beroep van appellant niet slaagt en dat zowel de uitspraak van de rechtbank als het besluit van het CIZ in stand blijven. Appellant krijgt geen vergoeding voor zijn proceskosten en het betaalde griffierecht wordt niet teruggegeven.