In deze zaak, behandeld door de Centrale Raad van Beroep op 9 oktober 2023, staat de schending van het hoorrecht centraal. Appellant, vertegenwoordigd door mr. J. Sprakel, heeft beroep ingesteld tegen het besluit van het dagelijks bestuur van de Intergemeentelijke Sociale Dienst Bollenstreek van 18 juli 2022, waarin bijzondere bijstand werd verleend onder de voorwaarde dat appellant aannemelijk moest maken dat de rechtbank de betaling van griffierecht had gevorderd. De Raad oordeelt dat het dagelijks bestuur in strijd heeft gehandeld met de zorgvuldigheidseisen door geen hoorzitting te organiseren, maar dat dit gebrek kan worden gepasseerd omdat appellant alsnog zijn bezwaren heeft kunnen toelichten. De Raad bevestigt dat het dagelijks bestuur de voorwaarde voor de toekenning van bijzondere bijstand rechtmatig heeft gesteld. Tevens wordt het verzoek om schadevergoeding wegens overschrijding van de redelijke termijn afgewezen, omdat de totale procedure niet langer dan vier jaar heeft geduurd. De uitspraak concludeert dat het beroep ongegrond is, maar dat appellant recht heeft op een vergoeding van de proceskosten en het griffierecht.