Uitspraak
OVERWEGINGEN
Samenvatting
Inleiding
Het oordeel van de Raad
Conclusie en gevolgen
BESLISSING
Bijlage
a. hij de wachttijd heeft doorlopen;
Centrale Raad van Beroep
In deze zaak heeft de Centrale Raad van Beroep op 11 oktober 2023 uitspraak gedaan in hoger beroep over de weigering van het Uwv om appellante een IVA-uitkering toe te kennen. De Raad oordeelt dat het Uwv terecht heeft geweigerd een IVA-uitkering toe te kennen, omdat de volledige arbeidsongeschiktheid van appellante niet duurzaam is. Appellante had eerder een loongerelateerde WGA-uitkering ontvangen, maar het Uwv heeft na medisch onderzoek vastgesteld dat haar beperkingen niet leiden tot volledige en duurzame arbeidsongeschiktheid. De rechtbank Oost-Brabant had eerder het beroep van appellante gegrond verklaard, maar de rechtsgevolgen van het bestreden besluit in stand gelaten. Appellante heeft in hoger beroep aangevoerd dat de besluitvorming onzorgvuldig was, omdat zij niet fysiek door een verzekeringsarts was gezien. De Raad heeft deze argumenten verworpen en bevestigd dat het medisch onderzoek voldoende zorgvuldig is geweest. De Raad concludeert dat de inschatting van de herstelkansen door het Uwv adequaat was en dat er geen aanleiding is om te twijfelen aan de medische beoordeling. De uitspraak van de rechtbank wordt bevestigd, en appellante krijgt geen vergoeding voor proceskosten of griffierecht.