ECLI:NL:CRVB:2023:1830

Centrale Raad van Beroep

Datum uitspraak
22 september 2023
Publicatiedatum
2 oktober 2023
Zaaknummer
21/3710 ANW-PV
Instantie
Centrale Raad van Beroep
Type
Uitspraak
Rechtsgebied
Bestuursrecht; Socialezekerheidsrecht
Procedures
  • Verzet
Rechters
Vindplaatsen
  • Rechtspraak.nl
AI samenvatting door LexboostAutomatisch gegenereerd

Niet-ontvankelijkheid van verzet wegens niet-betaling griffierecht

In deze zaak heeft de Centrale Raad van Beroep op 22 september 2023 uitspraak gedaan in het hoger beroep van appellante, die in Marokko woont, tegen de Raad van bestuur van de Sociale verzekeringsbank. De zaak betreft een verzet dat door appellante is ingesteld tegen een eerdere uitspraak van de Raad van 19 mei 2022, waarin het hoger beroep niet-ontvankelijk was verklaard omdat het griffierecht niet was betaald.

Appellante heeft verzet gedaan, maar in het verzetschrift zijn geen gronden vermeld waarom zij het niet eens zou zijn met de eerdere uitspraak. De Raad heeft appellante op 24 augustus 2022 uitgenodigd om binnen vier weken verzetsgronden in te dienen, maar deze termijn is ongebruikt verstreken. Ook na een tweede uitnodiging op 31 oktober 2022, waarbij opnieuw een termijn van vier weken werd gesteld, heeft appellante geen gronden ingediend.

De Centrale Raad van Beroep oordeelt dat appellante in verzet geen feiten of omstandigheden heeft aangevoerd die aantonen dat zij niet in verzuim is geweest. Hierdoor wordt het verzet niet-ontvankelijk verklaard. De Raad ziet geen aanleiding voor een veroordeling in de proceskosten. De uitspraak is gedaan door J.C. Boeree als lid van de enkelvoudige kamer, met M. Ramanand als griffier.

Uitspraak

21 3710 ANW-PV

Centrale Raad van Beroep
Enkelvoudige kamer
Proces-verbaal van de mondelinge uitspraak, bedoeld in de artikelen 8:55, zevende lid, en 8:108, eerste lid, van de Algemene wet bestuursrecht, in verband met het hoger beroep tegen de uitspraak van de rechtbank Amsterdam van 20 augustus 2021, 21/922 (aangevallen uitspraak)
Partijen:
[appellante] te Marokko (appellante)
de Raad van bestuur van de Sociale verzekeringsbank
Datum uitspraak: 22 september 2023
Zitting heeft: J.C. Boeree, als lid van de enkelvoudige kamer
Griffier: M. Ramanand
Op de zitting is niemand verschenen.

BESLISSING

De Centrale Raad van Beroep verklaart het verzet niet-ontvankelijk.

GRONDEN VAN DE BESLISSING

In de uitspraak van 19 mei 2022 heeft de Raad het door appellante ingestelde hoger beroep niet-ontvankelijk verklaard omdat het griffierecht niet is betaald.
Appellante heeft verzet gedaan.
In het verzetschrift staan geen gronden vermeld waarom appellante het niet eens zou zijn met de uitspraak van de Raad van 19 mei 2022. Op 24 augustus 2022 is appellante daarom uitgenodigd om de verzetsgronden in te dienen. Hierbij is een termijn van vier weken gesteld. Deze termijn is ongebruikt verstreken.
Bij brief van 31 oktober 2022 is appellante nogmaals de gelegenheid geboden de verzetsgronden kenbaar te maken. Ook bij deze brief is een termijn van vier weken gesteld die ongebruikt is verstreken.
De Raad kan in dit geval niet anders dan oordelen dat appellante in verzet geen feiten of omstandigheden heeft aangevoerd waaruit blijkt dat appellante niet in verzuim is geweest.
Dit betekent dat het verzet niet-ontvankelijk wordt verklaard.
Voor een veroordeling in de proceskosten bestaat geen aanleiding.
Waarvan proces-verbaal.
De griffier Het lid van de enkelvoudige kamer
(getekend) M. Ramanand (getekend) J.C. Boeree