ECLI:NL:CRVB:2023:1829
Centrale Raad van Beroep
- Verzet
- Rechtspraak.nl
Verzet tegen niet-ontvankelijk verklaring inzake herziening van een eerdere uitspraak over griffierecht
In deze zaak heeft de Centrale Raad van Beroep op 22 september 2023 uitspraak gedaan in een hoger beroep betreffende een verzoek om herziening. De verzoekster, afkomstig uit Marokko, had eerder een verzoek om herziening ingediend dat op 6 september 2022 niet-ontvankelijk was verklaard omdat het griffierecht niet was betaald en er geen gronden waren ingediend. De verzoekster heeft verzet aangetekend tegen deze niet-ontvankelijk verklaring, waarbij zij aanvoert dat zij wel degelijk het griffierecht heeft betaald en dat zij kampt met medische problemen.
De Raad heeft echter vastgesteld dat het griffierecht nog steeds niet is betaald en dat de verzoekster geen nieuwe feiten of omstandigheden heeft aangevoerd die de eerdere niet-ontvankelijk verklaring zouden kunnen weerleggen. Hierdoor heeft de Raad het verzet ongegrond verklaard. De Raad benadrukt dat de verzoekster het moeilijk vindt om de oorspronkelijke beslissing te accepteren, maar dat tegen deze uitspraak geen rechtsmiddelen kunnen worden aangewend. De procedure is hiermee afgesloten en er is geen aanleiding voor een veroordeling in de proceskosten.
De uitspraak is gedaan door de enkelvoudige kamer, waarbij J.C. Boeree als lid van de kamer fungeerde en M. Ramanand als griffier optrad. De uitspraak is openbaar gemaakt en is te vinden op de website van Rechtspraak.nl.