ECLI:NL:CRVB:2023:1829

Centrale Raad van Beroep

Datum uitspraak
22 september 2023
Publicatiedatum
2 oktober 2023
Zaaknummer
22/944 AOW-PV
Instantie
Centrale Raad van Beroep
Type
Uitspraak
Procedures
  • Verzet
Rechters
Vindplaatsen
  • Rechtspraak.nl
AI samenvatting door LexboostAutomatisch gegenereerd

Verzet tegen niet-ontvankelijk verklaring inzake herziening van een eerdere uitspraak over griffierecht

In deze zaak heeft de Centrale Raad van Beroep op 22 september 2023 uitspraak gedaan in een hoger beroep betreffende een verzoek om herziening. De verzoekster, afkomstig uit Marokko, had eerder een verzoek om herziening ingediend dat op 6 september 2022 niet-ontvankelijk was verklaard omdat het griffierecht niet was betaald en er geen gronden waren ingediend. De verzoekster heeft verzet aangetekend tegen deze niet-ontvankelijk verklaring, waarbij zij aanvoert dat zij wel degelijk het griffierecht heeft betaald en dat zij kampt met medische problemen.

De Raad heeft echter vastgesteld dat het griffierecht nog steeds niet is betaald en dat de verzoekster geen nieuwe feiten of omstandigheden heeft aangevoerd die de eerdere niet-ontvankelijk verklaring zouden kunnen weerleggen. Hierdoor heeft de Raad het verzet ongegrond verklaard. De Raad benadrukt dat de verzoekster het moeilijk vindt om de oorspronkelijke beslissing te accepteren, maar dat tegen deze uitspraak geen rechtsmiddelen kunnen worden aangewend. De procedure is hiermee afgesloten en er is geen aanleiding voor een veroordeling in de proceskosten.

De uitspraak is gedaan door de enkelvoudige kamer, waarbij J.C. Boeree als lid van de kamer fungeerde en M. Ramanand als griffier optrad. De uitspraak is openbaar gemaakt en is te vinden op de website van Rechtspraak.nl.

Uitspraak

22 944 AOW-PV

Centrale Raad van Beroep
Enkelvoudige kamer
Proces-verbaal van de mondelinge uitspraak op het verzoek om herziening van de uitspraak van de Centrale Raad van Beroep van 3 december 2021, 21/257
Partijen:
[verzoekster] Marokko (verzoekster)
de Raad van bestuur van de Sociale verzekeringsbank
Datum uitspraak: 22 september 2023
Zitting heeft: J.C. Boeree, als lid van de enkelvoudige kamer
Griffier: M. Ramanand
Op de zitting is niemand verschenen.

BESLISSING

De Centrale Raad van Beroep verklaart het verzet ongegrond.

GRONDEN VAN DE BESLISSING

In de uitspraak van 6 september 2022 is het (tweede) verzoek om herziening van de uitspraak van 13 november 2020 (19/2350) niet-ontvankelijk verklaard omdat het griffierecht niet is betaald en omdat er geen gronden zijn ingediend.
Appellante heeft verzet ingesteld.
In haar verzet voert appellante aan dat zij het niet eens is met de uitspraak omdat zij wel griffierecht heeft betaald en omdat zij kampt met medische problemen.
De Raad constateert dat het griffierecht niet is betaald en dat appellante verder geen feiten of omstandigheden heeft aangevoerd waarom de niet-ontvankelijk verklaring onjuist zou zijn.
Het verzet wordt dan ook ongegrond verklaard. De Raad overweegt dat uit het dossier blijkt dat appellante het niet eens is met de oorspronkelijke beslissing en het moeilijk vindt om deze te accepteren. De Raad wijst erop dat tegen deze uitspraak geen rechtsmiddelen kunnen worden aangewend. Deze procedure is met deze uitspraak afgesloten.
Voor een veroordeling in de proceskosten bestaat geen aanleiding.
Waarvan proces-verbaal.
De griffier Het lid van de enkelvoudige kamer
(getekend) M. Ramanand (getekend) J.C. Boeree