ECLI:NL:CRVB:2021:3033
Centrale Raad van Beroep
- Hoger beroep
- Rechtspraak.nl
Afwijzing verzoek om herziening van de uitspraak inzake ouderdomspensioen
Op 3 december 2021 heeft de Centrale Raad van Beroep uitspraak gedaan in een verzoek om herziening van een eerdere uitspraak van de Raad van 13 november 2020. Verzoekster had verzocht om herziening van deze uitspraak, waarin haar verzet tegen een eerdere beslissing ongegrond was verklaard. De zaak betreft de afwijzing van haar aanvraag voor een ouderdomspensioen door de Sociale Verzekeringsbank (Svb). Verzoekster heeft in haar herzieningsverzoek aangevoerd dat zij in aanmerking wil komen voor een ouderdomspensioen omdat zij financiële ondersteuning nodig heeft voor haar gezin.
Tijdens de zitting op 12 november 2021 was verzoekster niet aanwezig en de Svb heeft zich niet laten vertegenwoordigen. De Raad heeft overwogen dat op grond van artikel 8:119 van de Algemene wet bestuursrecht (Awb) een onherroepelijke uitspraak kan worden herzien op basis van feiten en omstandigheden die vóór de uitspraak hebben plaatsgevonden, maar die niet bekend waren bij de indiener van het verzoek. De Raad heeft vastgesteld dat verzoekster geen nieuw feit of nieuwe omstandigheid heeft aangedragen die tot een andere uitspraak zou kunnen leiden.
De Raad heeft geconcludeerd dat het verzoek om herziening moet worden afgewezen, omdat verzoekster geen gronden heeft aangevoerd die betrekking hebben op de reden van afwijzing van haar aanvraag voor het ouderdomspensioen. Er is geen aanleiding voor een veroordeling in de proceskosten. De uitspraak is openbaar uitgesproken op 3 december 2021.