Uitspraak
21 1393 ZW
PROCESVERLOOP
OVERWEGINGEN
zes weken moet betalen.
WIA-uitkering van appellant kunnen handhaven zonder twijfel op te roepen over de juistheid van de gronden in het vonnis van de politierechter van 26 juli 2019. Appellant is door de politierechter niet vrijgesproken van het telen en verhandelen van hennep. Dat aan appellant een geringe straf is opgelegd in de vorm van een geldboete van € 750,- doet daar niet aan af. De genomen herzienings- en terugvorderingsbesluiten, in verband met het telen van hennep en de daaruit genoten inkomsten, roepen dan ook geen twijfel op over de juistheid van het oordeel van de politierechter. De door appellant ingebrachte verklaring van de advocaat die hem heeft bijgestaan in de strafrechtelijke procedure levert geen reden voor een ander oordeel, nu deze verklaring niet strookt met de kwalificatie daarvan in de aantekening mondeling vonnis van de politierechter. Niet gesteld is dat appellant tegen het vonnis in appel is gegaan. Daarom is er geen grond om aan te nemen dat appellant is vrijgesproken van het telen en verhandelen van hennep. Dat de ontnemingsvordering door de politierechter is afgewezen doet ook niet af aan de veroordeling, omdat dit geen vrijspraak inhoudt en deze beslissing niet steunt op het oordeel dat appellant geen inkomsten uit of in verband met de hennepkwekerij heeft ontvangen.
BESLISSING
O.N. Haafkes als griffier. De beslissing is uitgesproken in het openbaar op 6 september 2023.