Uitspraak
OVERWEGINGEN
Samenvatting
Wajong-uitkering heeft geweigerd.
Inleiding
Wajong-uitkering gehandhaafd. Daaraan ligt ten grondslag dat appellant in 1998 met geselecteerde functies meer kon verdienen dan zijn maatmanloon.
Centrale Raad van Beroep
In deze zaak heeft de Centrale Raad van Beroep op 23 augustus 2023 uitspraak gedaan in hoger beroep over de weigering van een Wajong-uitkering aan appellant door het Uitvoeringsinstituut werknemersverzekeringen (Uwv). Appellant, die sinds zijn 17e levensjaar zegt arbeidsongeschikt te zijn, heeft in 2018 een aanvraag voor een Wajong-uitkering ingediend, welke door het Uwv werd geweigerd. Het Uwv baseerde deze weigering op de conclusie dat appellant na zijn 18e verjaardag niet doorlopend arbeidsongeschikt was geweest. De rechtbank Rotterdam heeft eerder het beroep van appellant gegrond verklaard, maar het Uwv heeft na deze uitspraak de weigering gehandhaafd.
De Raad heeft in hoger beroep de argumenten van appellant beoordeeld, waarbij hij stelde dat het onderzoek door het Uwv onzorgvuldig was en dat er onvoldoende rekening was gehouden met zijn beperkingen. De Raad oordeelde echter dat het Uwv zorgvuldig had gehandeld en dat de medische beoordeling voldoende was onderbouwd. De Raad bevestigde dat appellant niet in aanmerking kwam voor de Wajong-uitkering, omdat hij in staat werd geacht om licht en armsparend werk te verrichten, wat hem in staat stelde om meer te verdienen dan zijn maatmanloon. De Raad concludeerde dat de weigering van de Wajong-uitkering in stand blijft en dat appellant geen recht heeft op proceskostenvergoeding of terugbetaling van griffierecht.